zondag, november 16, 2008

Handen

Op de school waar ik vandaan kom, sta je als leraar aan het begin van de les bij de deur van je lokaal en begroet je alle leerlingen met een handdruk. Elk kind kun je zo persoonlijk welkom heten en even aankijken. Door een scherpe waarneming (en die is te trainen!) kun je niet alleen veel aflezen van het gezicht, maar zelfs de handdruk kan informatie geven. Soms is het goed om uit te spreken wat je opvalt of er een vraag over te stellen: een nerveuze blik, vermoeide schouders, stralende ogen, een opgewonden ademhaling, krachteloze of zweterige vingers. Door het noemen van de naam van de leerling bevestig je dat hij of zij letterlijk gezien is.
Aan het einde van de les krijgen alle leerlingen weer een hand ter afsluiting. Het kan tevens een passend moment zijn om even te spiegelen hoe het is gegaan. “Je hebt vandaag goed gewerkt.” of “Probeer morgen wat beter op te letten.” zijn voorbeelden van opmerkingen die dan gemaakt kunnen worden. Soms wil de leerling zelf nog iets kwijt of een korte vraag stellen.

Toen ik na de zomer op mijn nieuwe school kwam werken, heb ik collega’s gevraagd of hier een soortgelijke gewoonte bestond. Het antwoord was ontkennend. Ik besloot toch maar te doen wat ik gewend was, omdat ik me domweg niet voor kon stellen hoe ik het anders zou moeten aanpakken. En zo is het gegaan.
Het handen schudden was in het begin van het jaar een goede methode om snel ieders naam te leren kennen en de meeste leerlingen lijken er totaal geen moeite mee te hebben. Ze vinden het vaak merkbaar prettig om op deze manier de les te beginnen, want als ze dan een keer te laat komen en ik al achter mijn tafel zit, komt zo’n leerling naar me toe om me de hand te schudden alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ze stellen het contact en de daarbij behorende aandacht blijkbaar op prijs. Dat doet me veel plezier.
Soms bemerk ik schuchterheid of afstand. Dan voel ik hoe de andere hand slechts nauwelijks de mijne raakt. Of dat er weliswaar een hand wordt uitgestoken, maar dat het ritueel (want dat is het natuurlijk ook!) wordt afgeraffeld. Ook komt het voor dat een leerling het lastig vindt om me recht in de ogen te kijken. Er zijn er zelfs een paar die er een sport van maken om het moment te ontwijken: die sluipen bijvoorbeeld achter de rug van een klasgenoot het lokaal binnen.

Enige weken geleden begon er in een tweede klas wat gedoe te ontstaan rondom het handen geven. Er werd gesuggereerd dat een ander mij een bespuugde hand had gegeven en dat de mijne nu niet schoon zou zijn. Er werd gemopperd “we zitten niet meer op de basisschool”. Er werd geprobeerd om snel langs me heen te glippen.
En afgelopen vrijdagmiddag is deze klas gaan muiten. De klassenvertegenwoordiger meldde dat de hele klas het niet meer wilde, dat ik sowieso de enige leraar was die handen wilde geven en dat ze het kinderachtig en stom vonden. In eerste instantie was ik blij dat de zaak nu dus openlijk besproken ging worden, maar al snel werd het een geroep en geschreeuw van jewelste. Toen ik duidelijk kon maken dat dit geen manier van doen was en ik hen niet kon verstaan en zij mij niet, werd het weer wat rustiger.
Vervolgens heb ik ze verteld waarom ik het handen geven zo belangrijk vind:
1) Op de school waar ik vandaan kom ben ik het zo gewend en gebeurt het t/m de eindexamenklas, dus het heeft niks te maken met kinderachtigheid;
2) Ik kan op deze manier de leerlingen veel beter inschatten aan het begin van de les en nog even iets persoonlijks zeggen aan het einde van de les: het is een pedagogisch instrument;
3) Het is een mooie oefening in handen geven en ook nodig aangezien uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat 30% van de sollicitanten wordt afgewezen door de manier waarop een hand gegeven wordt.
Helaas waren mijn argumenten niet aan deze leerlingen besteed. Er werd inhoudelijk niet op ingegaan: het bleef bij roepen en gillen. Men bedaarde pas toen ik besloot dat we gewoon aan het werk zouden gaan. Dit moest trouwens echt afgedwongen worden… en ik kreeg dan ook meer en meer de indruk dat dit typisch gedrag was voor een tweede klas: waar liggen de grenzen, kunnen we er gemakkelijk overheen, moeten we ze accepteren, kunnen we onderhandelen of moet er geweld gebruikt worden?

Toch bracht de situatie me aan het twijfelen. En het riep ook de vraag bij me op of ik er goed aan deed om zoiets als handen geven door te zetten als er blijkbaar zoveel weerstand tegen bestaat. Zeker op deze school. Cultuurverschillen enzo. Ik wil niet op Rita Verdonk gaan lijken!
Gelukkig was er nog een moslim-collega beschikbaar voor een goed gesprek. Hij vertelde me dat ook hij handen geeft aan het begin en einde van een les. Leerlingen die daar niet aan mee willen werken, mogen de les niet in en moeten nablijven. En hij kon zich nog goed herinneren dat het voor hem in het begin ook lastig was geweest om een “Nederlandse” hand te geven bij een sollicitatiegesprek.
“Juist daarom is het zo ontzettend belangrijk om de leerlingen van onze school daarin te laten oefenen,” concludeerde hij.
Jammer dus voor deze klas.
Handen geven bij de deur van mijn lokaal is voortaan niet slechts een goede gewoonte die ik heb meegenomen. Handen geven doe ik in het vervolg vanuit een besluit dat staat als een huis. Een huis waarin iedereen van harte welkom is.