zaterdag, september 30, 2006

Time out

Vanmiddag -zonnig, herfstig, zaterdag- fietste ik op een drukke weg dwars door de stad. De terrasjes waren gevuld met pratende en drinkende mensen. Trams reden rinkelend voorbij. Alles was zoals het hoort te zijn op een dag als vandaag.
Toen zag ik haar staan. Op de hoek aan de overkant van het kruispunt was een vrouw van haar fiets gestapt en druk bezig om zichzelf bij elkaar te rapen. Een mooie, goed verzorgde vrouw van een jaar of vijfendertig. Blond, lange benen, modieus gekleed. Ik hield haar in de gaten vanaf de andere kant van de weg, maar ze redde het niet. Ik ben overgestoken en naar haar toegegaan.
"Kan ik iets voor je doen?" vroeg ik. Ze keek me aan met twee prachtige zeegroene ogen, die plotseling volliepen met tranen.
"Ik ben een beetje aan het flippen." zei ze met een heel licht Duits accent "Ik moet weer even down to earth worden".
"Wil je wat drinken?" Ik bood haar het flesje water aan dat ik bij me had. Ze nam een klein slokje en keek weer voor zich uit, zoekend naar iets in de verte. Ze was echt in paniek. Haar ogen vonden niets om zich aan vast te houden. Ik probeerde haar blik te vangen.
"Ik heb een telefoon bij me, wil je iemand bellen?"
"Ik heb ook een telefoon, maar ik zou niet weten wìe ik moet bellen."
Ze zweeg weer, te radeloos om zich te generen voor haar situatie.
"Is er iets gebeurd?"
"Ik moet alleen maar even bijkomen."
Ik probeerde te bedenken wat er aan de hand zou kunnen zijn, maar verder dan een uit de hand gelopen afterparty of de verbreking van een hartstochtelijke relatie kwam ik niet. Door wat raakt zo iemand midden op de dag, midden in de stad zo volslagen uit haar evenwicht?
"Woon je hier ver vandaan?" vroeg ik toen maar.
"Ik hoef alleen nog maar een klein stukje rechtdoor."
"Zal ik even met je meefietsen?"
"Nee, het gaat wel."
Ze legde haar hand op mijn pols en keek me ineens recht aan met die grote ogen, waar ieder mens met gemak in zou kunnen verdrinken.
"Je hebt me weer een beetje kracht gegeven." zei ze.
"Weet je het zeker?"
Ze knikte met een vleug van vastberadenheid over haar gezicht.
Toen heb ik haar sterkte toegewenst en ben langzaam verder gefietst, af en toe omkijkend. Voor de zekerheid. En inderdaad, ze was weer op haar fiets gestapt en reed over de stoep, in een heel behoedzaam tempo. Eigenlijk had ik haar zo graag nog willen zeggen dat alles altijd weer goed komt. Echt waar.

donderdag, september 28, 2006

Muis

Sinds ik een aantal maanden geleden op school een eigen werkplek mèt computer heb gekraakt, is het leven er in sommige opzichten een stuk aangenamer op geworden. Voortdurende bron van ergernis was echter de lamme muis waarmee ik icoontjes pas na secondenlang gestumper aan kon klikken. Ik deed mezelf te vaak denken aan die spastische jongen uit dat mopje. (Eindelijk, eindelijk krijgt hij een ijsje, probeert er verlekkerd een likje van te nemen en plant het dan met onverwachte kracht op zijn voorhoofd.) En dus had ik bij het hoofd van de administratie een nieuwe besteld. Nu is dat een heel aardige man met wie ik prima op kan schieten, maar zijn tempo ligt me iets te laag. Ik bedoel maar; sinds mei was ik al bezig over mijn nieuwe muis en pas vanmiddag belde hij me op om nu eindelijk een ware bestelling te plaatsen.
"Nee, gaat het dan werkelijk gebeuren nu? Krijg ik eindelijk een nieuwe muis?" Ik kon er niets aan doen; ik moest een beetje venijn kwijt.
"Jaja, het heeft wat lang geduurd, maar wat voor muis wil je nou eigenlijk?" vroeg hij sjacharijnig.
"Zo’n draadloze lijkt me wel handig. Het liefst ééntje waar ook een mp-3 speler en een vibrator inzit."
Het was even stil aan de andere kant.
"Ik weet niet of die momenteel leverbaar zijn," antwoordde hij droog, "maar ik zal kijken wat ik voor je kan doen."
Wordt vervolgd?

woensdag, september 27, 2006

Feest

"Juf, je moet even meekomen! Het gaat helemaal niet goed met Sanne. Ze ligt op de grond en kan niet meer overeind komen!"
Ik stond bij de deur van de Melkweg, want daar werd gisteravond het schoolfeest gehouden. Altijd spannend. De leerlingen kijken er maandenlang naar uit, vooral de 3e-klassers, want die mogen dan voor het eerst komen. Voor leerkrachten is het ook een speciale avond, want wij hebben de verantwoordelijkheid over zo’n 400 pubers waarvan de hormonen zó heftig opspelen dat ze die alleen maar met alcohol (en andere middelen) de baas denken te kunnen.
Ik volgde Judith, het meisje dat mijn hulp had ingeroepen. Tussen een paar fietsen trof ik de 15-jarige Sanne aan. In een kort rokje met witte netpanties eronder zat ze op de grond tussen de spaghetti die ze die avond blijkbaar gegeten had. Ze had haar benen op een hulpeloze manier onder zich gevouwen. Haar blonde, halflange haren plakten aan elkaar van de kots, haar mascara was uitgelopen, haar ogen schoten verwilderd heen en weer. Ze hield een mobieltje in de buurt van haar oor en huilde: "Mammaaaaa, mammaaaaaaaaaa, waar ben je?" Ik nam de telefoon van haar over en vertelde de moeder wie ik was en dat ze haar dochter maar beter op kon komen halen, omdat ze waarschijnlijk te veel gedronken had.
Vervolgens trok ik Sanne overeind en heb haar samen met Judith naar de ingang gebracht. Sanne kon nauwelijks op haar benen staan, dus dat was nog best een gedoe. We hebben haar op een stoel gehesen, waar Judith zich over haar ontfermde. Sanne had vijf glazen Gold Strike achter elkaar gedronken om vast een beetje in de feeststemming te komen, vertelde Judith. Ondertussen aaide ze haar beste vriendin onophoudelijk over haar rug. Sanne kon niet meer rechtop zitten: ze klapte iedere keer weer dubbel voorover als we haar overeind probeerden te zetten. Kwijl liep in lange draden uit haar mond.
"Schat" zei Judith, "gaat ’t een beetje met je? Even volhouden, hoor, je vader komt er zo aan. Heb je het koud of juist warm? Wil je wat water drinken? Je moet wel wakker blijven, schat. Niet in coma raken ofzo, schat. Het gaat toch wel goed, hè? Moet je nog kotsen, schat?"
Sanne lalde met driedubbele tong: "Ik ga nooit meer drinken. Nooit meer."
Judith zuchtte tegen mij: "Wat alcohol toch niet met je doet…"
En weer tegen Sanne: "Ooooh schat, denk maar niet aan alle roddels morgen. O, wat een toestand, schat."
Toen moest ik echt even hardop lachen om de absurde situatie.
Judith reageerde verontwaardigd: "Wat lach je nou? Dit is toch helemaal niet leuk?!!"
"Nee, het is niet leuk, maar ook geen drama. Het is voornamelijk erg dom. Als ze morgen wakker wordt, heeft ze waarschijnlijk verschrikkelijke hoofdpijn en ontzettende dorst. En hopelijk heeft ze dan een belangrijke les geleerd."
Judith snuifde alleen maar. Ik voelde me oud en zoveel wijzer.
Even later liet Sanne zich door ons op de passagiersstoel van haar vader’s bolide hijsen. De man lachte wat gegeneerd, mompelde: "Tja, typisch Sanne, hè? Daar moeten we morgen maar eens een goed gesprek over voeren" en reed toen met zijn snurkende, laveloze dochter naar huis.

zaterdag, september 23, 2006

Oog

Deze foto kreeg ik vandaag door een vriendin toegestuurd per mail. Hij is gemaakt door de NASA met de Hubble telescoop en ze noemen het "Oog van God". Ik vind het best, ben niet gauw op blasfemische teentjes getrapt. Vind het een heel mooi plaatje. Maakt mij niet uit van wie dat oog is. God, Allah, E.T., Zeus, Vishna: ze zijn me allen even lief!

donderdag, september 21, 2006

Spijbelen

Ze stond voor me met grote bruine ogen, die een mengeling van onschuld en assertiviteit uitstraalden. Haar kleding was stylish verantwoord: een strakke heupbroek met brede riem erop, een wit bloesje met veel kant, dat nèt niet te ver open stond, hippe lange kettingen. Ze wilde even iets met me bespreken. Ze was gisteren helemaal vergeten dat ze na moest blijven, omdat ze jarig was. En vandaag kon ze niet, want ze moest werken. Of ze dan een andere keer kon nablijven.
Dit meiske was in de tweede week van school weggebleven van gym èn van een uur Frans. Vorig jaar had ik haar ook al een aantal keren op het matje moeten roepen in verband met haar spijbelgedrag, dus ik was niet van plan om haar hier al te gemakkelijk mee weg te laten komen.
"Ik denk," zei ik op strenge toon "dat jij je prioriteiten eens op een rijtje moet zetten. In de eerste plaats moet je je zaakjes op school goed regelen en daarna kun je gaan werken. Dat wordt dus nablijven vandaag. Dan moet je je werk maar afzeggen. En anders moet je je afvragen of je wel op deze school wil blijven."
"Maar dat werk kàn ik helemaal niet afzeggen." zei ze wanhopig en verontwaardigd tegelijk.
"Wat is dat dan voor werk?" vroeg ik.
"Ik heb vandaag een foto-shoot!!!". Ze spuugde de woorden eruit. Het klonk alsof ze een audiëntie had bij de koningin, waarvoor alles uiteraard moest wijken.
Ik kon nog net mijn gezicht in de plooi houden.
"Een foto-shoot, aha… Heel leuk, maar als je wil werken na schooltijd, moet je niet spijbelen. En je hebt gespijbeld, dus moet je nablijven."
"Gespijbeld? Ik had gewoon geen zin in gym en toen ben ik niet gegaan." Uit haar toon kon ik opmaken, dat hiermee voor haar de zaak was afgedaan.
Geweldig!
Maar ze moest wèl nablijven en na een gesprek met de leerplichtambtenaar heeft ze dat ook maar gedaan. Want boetes en HALT-straffen (papiertjes prikken in plantsoenen met een oranje fluorescerend jasje aan) zijn natuurlijk helemaal niks voor Holland’s Next Top Model.

dinsdag, september 19, 2006

Ere-klasse... not!

Het was weer fijn op het rugbyveld afgelopen zondagmiddag. Broertje speelde in Amsterdam, dus ik kon met de fiets naar de wedstrijd: had ik ook iets van gezonde beweging. En het is iedere keer weer een aangename verassing hoe snel ik in een landelijke omgeving kan verkeren, terwijl ik toch op niet meer dan een steenworp afstand van het Leidseplein woon. De polders bij Osdorp zijn groen en vol vee.
De eerste helft gingen de twee teams gelijk op. Ik genoot van de scrums en de line-outs (respectievelijk als ze met twee kluitjes mannen tegen elkaar gaan duwen en als ze elkaar zo hoog mogelijk in de lucht tillen om de ingegooide bal te vangen) en kon de ingewikkelde puntentelling redelijk goed bijhouden. Het was 21-20 bij de rust.
Vlak nadat de wedstrijd weer begonnen was, haalde de coach mijn broertje van het veld en wisselde hij hem voor een meer aanvallende speler. Daar had broertje op zich nog wel begrip voor, maar dat hij eruit moest en niet de teamgenoot die de avond tevoren ongelofelijk gezopen en gefeest had, de hele tijd omviel en de ene na de andere penalty tegen kreeg... dat was om ziedend van woede langs de kant te staan briesen. Hij hield zich goed, maar ik voelde hoe de adrenaline door zijn lijf pompte, terwijl hij zijn ongenoegen uitte in prachtig venijnige, uitstekend gearticuleerde volzinnen druipend van een gepast sarcasme. De wedstrijd werd verloren.
We hebben samen wraak genomen. Ik weigerde en plein public een totaal ongepaste welkomstzoen van de onbetrouwbare zuiplap, die mij drie jaar geleden midden in een fijne herfstamourette had laten zitten en daar vervolgens als een klein kind om had lopen jokkebrokken. Zijn teamgenoten lachtten hem uit om mijn afwijzing: helemaal toen hij van de weeromstuit de grote plastic kan met zo'n vijf liter bier uit zijn handen liet vallen. En ja hoor, als een pruilende kleuter weigerde hij een nieuwe te gaan halen, helemaal toen hij hoorde dat die kan door broertje was betaald.
Die man hoort duidelijk niet in de ere-klasse.

zaterdag, september 16, 2006

Gisteravond was het bal.

Komt een vrouw midden in de nacht thuis, loopt een beetje tipsy en vrolijk neuriënd naar de keuken. Trekt de koelkast open. Pakt er een geopende fles witte wijn uit en schenkt zichzelf een glas in. Zet de fles terug waar hij vandaan kwam. Draait zich om naar het aanrecht en terwijl ze haar met heerlijk koele, witte wijn gevulde glas pakt, zegt ze opgewekt: "Hè lekker, ik heb nou al zin in morgenmiddag 5 uur: borreltijd!" Dan realiseert ze zich wat ze zegt en grijnst breeduit.

Gisteravond was het weer bal: damesavond met Hester, Ingrid en Suzan. Dit keer bij Ingrid, want Pieter moest optreden in Groningen. Suzan had maar weer eens haar voorgerecht van geprakte avocado met zalm gemaakt, Hester het hoofdgerecht (een vage ovenschotel met heel veel groenten en kaas), ik een Griekse salade erbij en Ingrid het toetje: iets met lange vingers, chocoladeschaafsel, slagroom en heel veel Drambuie.
Hester bleef flink achter in de alcoholconsumptie. Naar aanleiding van onze opmerkingen daarover mompelde ze steeds iets anders: "niet zo'n zin vanavond", "voel me een beetje opgeblazen en misselijk", "we drinken altijd zoveel als we bij elkaar zijn".
Wat dat laatste betreft had ze natuurlijk volkomen gelijk, maar hoezo was dat ineens een probleem? Het is toch juist heerlijk om samen langzaam maar zeker op te stijgen en een beetje te onthechten van het aardse bestaan met bijbehorende beslommeringen? En zo in sferen te geraken waarin we elkaar de meest intieme verhalen over onszelf en onze relaties vertellen? Zodat we van de anderen te horen krijgen hoe fantastisch we bepaalde zaken hebben aangepakt. Zodat we ineens onbedaarlijk lachen over de meest schrijnende situaties. Zodat we soms plotseling in huilen uitbarsten over iets heel kleins en vervolgens getroost worden, zoals het een ouderwetse vrouwenpraatgroep betaamt. Zonder drank lukt ons dat nou eenmaal niet.
Hester deed daar gisteravond duidelijk niet aan mee. Toen Suzan, Ingrid en ik de slappe lach kregen, glimlachte zij ingetogen. Toen Ingrid begon te huilen (dat doet ze bijna altijd tussen het hoofdgerecht en het toetje), haalde Hester een beetje harkerig haar papieren zakdoekjes te voorschijn.
En toen was ik het zat.
"Wat is er met jou? Wat zit je daar nou met je heiligheid achter je glaasje bronwater? Er is iets en ik wil nu weten wàt het is" lalde ik.
"Mathilde, doe een beetje rustig, joh." zei Suzan, maar ik duwde kwaad haar kalmerende hand weg en bleef Hester dwingend aankijken.
Ondertussen had Ingrid haar neus gesnoten en routineus haar uitgelopen mascara weggeveegd. "Het is wèl zo, dat je weer behoorlijk afstandelijk doet vanavond, Hester." zei ze met een stem die nog een beetje trilde.
Waarop Hester een slokje water nam en afgemeten sprak: "OK, als jullie het zo nodig moeten weten: ik ben zwanger." Even was het doodstil. Vervolgens begonnen we allemaal door elkaar te gillen.
Suzan: "Maar dat is toch geweldig? Je krijgt nog een kindje! Wanneer ben je uitgerekend?" Ze vloog uit haar stoel, pakte Hester vast en zoende haar onophoudelijk op de wangen.
Ingrid: "Gebruiken jullie dan geen voorbehoedsmiddelen? Wat vindt Mark er eigenlijk van? Die is vast niet ècht blij." Ze stiftte haar lippen bij, terwijl ze lodderig in een veel te klein spiegeltje keek.
Ik: "Waarom heb je dat niet meteen verteld? Dat hoef je toch niet in je eentje op te lossen?" Ik schonk iedereen nog maar eens in.
Hester schudde alleen maar haar hoofd en probeerde Suzan af te weren.
En Hester werd kwaad: "Dit is nou precies waarom ik het er vanavond niet over wilde hebben. Ik kan hier niet tegen: dat hysterisch-romantische, dat zwartgallige, dat super-praktische. Zo simpel ligt het allemaal niet. Ik zit voor het eindexamen van mijn opleiding. Ik wil volgend jaar een astrologiepraktijk beginnen. De kinderen zijn nu eindelijk zo groot dat ik een beetje mijn gang kan gaan en ik me niet meer gek hoef te rennen tussen mijn werk en school en huis en mijn studie. Mark heeft het ongelofelijk druk met zijn bedrijf. Het gaat allemaal nèt. En wat gebeurt er? Ik word ZWANGER! Toe maar. Denk je dat je alles hebt gehad… Maar ik kan het ook niet weg laten halen. Dat wil ik niet. Echt niet." Met heftige gebaren scheurde ze papieren servetjes aan flarden. En wij zwegen.
Het was de hoogste tijd om te landen, maar waar?
"Zullen we anders eerst koffie drinken en dan het toetje doen?" vroeg Ingrid zacht. "Of wil jij liever thee, Hes?" De aanstaande moeder knikte dankbaar.
"Ik heb ook zo'n ontzettende zin in chocola." zuchtte ze en we grinnikten met zijn allen.
De rest van de avond praatten we over Hesters baby en hoe dat nou verder moet. Het wordt waarschijnlijk een Ram, maar een Stiertje is natuurlijk ook prachtig. Suzan bood zich alvast aan als oppas, zodat ze kan oefenen voor later. Of als pleegmoeder, voor het geval het er misschien voor haarzelf toch niet van komt om kinderen te krijgen. Ingrid vertelde over haar abortus en hoe afschuwelijk treurig het is om in een betegelde ruimte op je rug te liggen met gespreide benen en een stofzuiger op je kut. En ik dacht aan mijn miskraam en dat ik vlak daarna bij L. ben weggegaan. Samen met onze zoon en dochter. En ik dronk echt veel te veel.

Fuk

Fukkerdefuk, ik kom niet bij mijn eigen blog. Van alles geprobeerd al de hele dag, maar niets helpt: mijn url-pagina blijft onbereikbaar. Kijken wat er gebeurt als ik een nieuw stukkie opstuur èn mijn haar in de henna zet.
(Stel je voor dat het nu wèl lukt... welke conclusie moet ik dan trekken?)

donderdag, september 14, 2006

Op kamers

Gisteren is ze echt uit huis gegaan, mijn grote dochter van bijna 17, die voor mij ook altijd mijn kleine meisje zal blijven. Ze woont nu (begeleid) in een kamer met een mooi balkon. Daar zaten we gisteravond te roken en te kletsen, nadat we het met behulp van kaarsjes, kerstlampjes en klimopplanten zo gezellig mogelijk hadden gemaakt. Ze moet zich de ruimte nog eigen maken. Het moet haar plek gaan worden, ook al is het misschien maar voor een korte periode. We hebben zoveel meegemaakt de afgelopen twee jaar en dit is weer een grote stap in de goede richting.
Ze zal boos zijn over de regels waar ze zich aan moet houden, ze zal zich ergeren aan haar mentor en medebewoners, ze zal worstelen met vragen van de nieuwe mensen die ze gaat leren kennen. Vragen over de woelige tijd die achter haar ligt en die zichtbare sporen op haar heeft achtergelaten. Het zal niet gemakkelijk zijn voor haar, maar ze is door alle ervaringen ook wijzer geworden. Bovendien denk ik dat ze nu beseft dat ik er altijd voor haar zal zijn. Ook al gaat ze misschien weer een keer over haar eigen grenzen heen.
En tijdje geleden zaten we in de auto en vertelde ze me dat ze niet geloofde in ontoerekeningsvatbaarheid. Dat was eigenlijk een grote smoes van mensen die geen verantwoordelijkheid wilden nemen voor hun daden.
"Uiteindelijk heb je altijd de keuze om iets wèl of niet te doen," zei ze heel beslist.
Van opzij keek ik haar een beetje ongelovig glimlachend aan. Wat een vastberaden overtuiging ineens.
"Maar ik weet dat je er soms als het ware uit kunt vliegen en dan een tijdje later 'wakker' wordt en beseft wat je gedaan hebt. Dat overkomt anderen ook. Dus oordeel niet al te hard over anderen en vooral niet over jezelf als het een keer mislukt."
"Nee", zei ze zacht "en bovendien heb ik dan een moeder die zegt dat het niet erg is, omdat alles met vallen en opstaan gaat."
Ik viel stil en met kippenvel over mijn hele lijf concentreerde ik me op de flauwe bocht in de ring van Utrecht.

dinsdag, september 12, 2006

Condooms op school

Een aantal dagen per jaar hebben we studiedag op school. De kinderen hebben dan vrij en wij gaan ons inhoudelijk verdiepen in het één en ander, zodat de kwaliteit van ons onderwijs op peil blijft en liefst verbeterd wordt. Meestal zijn het zeer inspirerende bijeenkomsten. Al was het alleen maar doordat je eens wat langer met een collega kan praten dan die paar minuten in de pauze als je samen in de rij voor de koffieautomaat staat. Het is zo leerzaam om te horen hoe een ander omgaat met bijvoorbeeld orde en netheid in een klaslokaal. Of om tips uit te wisselen hoe kinderen die steeds wegdromen bij de les te houden. Binnenkort gaan we met het hele college naar een conferentie buitenshuis met workshops en voordrachten en een lunch.
Er stond al enkele dagen een grote doos in de leraarskamer, geadresseerd aan een collega die momenteel met zwangerschapsverlof is. Niemand was blijkbaar van plan om die doos te openen en aangezien ik wat last had van opgekropte agressie, pakte ik een schaar en ging de doos te lijf. Hij bleek van de GGD afkomstig en bevatte een paar honderd condooms mèt bijsluiter voor de verzorgingslessen. Ik weet niet hoe het kwam, maar ineens hield ik zo wat van die condooms in de lucht en riep door de leraarskamer: "Kijk, ze zijn net op tijd binnen voor de conferentie!"

zondag, september 10, 2006

Rugby

Mijn broertje is 44 jaar oud, maar ja, hij blijft altijd jonger dan ik en dus mijn broertje. Sinds dit seizoen speelt hij met zijn rugbyelftal in de ere-klasse. Hij is veruit de oudste van het stel en terecht trots dat hij dit nog effe flikt op zijn leeftijd. Vorige week hebben ze de eerste wedstrijd gewonnen met 42-7 en staan nu dankzij dit waanzinnige doelsaldo op de eerste plaats. Aanstaande zondag spelen ze uit in Amsterdam: dan ga ik zeker kijken!
Rugby is een bijzondere sport. Persoonlijk vind ik het veel en veel leuker om naar te kijken dan bijvoorbeeld voetbal, ook al zijn de spelregels tot nu toe onnavolgbaar gebleken voor mij. Maar hoe die mannen zich bewegen over het veld, elkaar te lijf gaan om dan weer in één grote knuffelkluwen te veranderen... ik vind het fenomenaal en sta regelmatig te springen en te gillen langs de kant. Daar halen tennis, handbal of hockey het niet bij. Het is het lijfelijke, het is het oergedoe dat het zo opwindend maakt. Dat gesjor en geduw, die horde mannen die langs komt stormen, zodat je de grond voelt trillen onder je voeten, het zonder enige gêne door de modder glijden. Het is een ruw spel, niet bedoeld voor die kleinzerige voetballertjes die om het minste geringste kreunend naar hun scheenbeen grijpen. Tegelijkertijd is het rugbyspel heel fatsoenlijk. Er vinden maar weinig overtredingen plaats, omdat er veel meer mag, maar ook omdat het simpelweg niet stoer gevonden wordt om je niet aan de afspraken te houden. Als er dan toch iemand over de schreef gaat, moet hij vijf minuten in de "sin-bin". Zodat zo'n oververhitte, zwetende, breedgeschouderde, gespierde, dorstige man weer wat rustiger kan worden. Al is het maar voor even.
Zucht.
Wat modderworstelen is voor mannen, is rugby voor vrouwen. En het is echt jammer dat er in de Margriet of Viva nooit eens een fijne achtergrondreportage over rugby'ers te vinden is om meer vrouwen naar de velden te "lokken". We zouden het zo fijn kunnen hebben elke zondag...

donderdag, september 07, 2006

School

School is weer begonnen en het valt me niet mee. Aan het lesgeven ligt het niet: dat ging geweldig. Wat een feest om oude leerlingen weer te zien en mee te maken en kennis te maken met de jonkies. Het ging gewoon goed en het kostte niet eens moeite.
Maar het gedoe eromheen… Ook wij, als redelijk elitaire school, hebben te maken met jongens die zich niet gedragen. Ze hangen rond in de gangen, komen te laat in de les, spijbelen, intimideren andere leerlingen en ook mijn collega’s met grensoverschrijdend gedrag, voeren geen moer uit. Het maakt me woest. Het enige waar ze op uit lijken te zijn is de boel verzieken en dat kunnen ze en dat doen ze.
En wat doen wij? Wij praten met hen en hun ouders in de hoop dat we iets in ze wakker maken: moraal, werklust, wilskracht, perspectief. We praten en praten en praten, omdat wij ervan uitgaan dat woorden tot ze door zullen dringen en er toch ergens een positieve kern te raken valt. Als we na veel gesprekken ècht moeten constateren dat die woorden geen beslag krijgen, leggen we ze heel voorzichtig een sanctie op. Dan moeten ze bijvoorbeeld een werkstuk maken en krijgen daartoe een goed gedocumenteerde opdracht met een duidelijke deadline. Als de dealine verstrijkt, beweren ze vervolgens keihard dat die opdracht nooit is uitgereikt… sta je daar met je bek vol tanden!
Vlak voor de vakantie, op de allerlaatste schooldag, is een kwetsbare leerling op weg naar huis door drie andere jongens van onze school (waaronder een klasgenoot!) aangevallen met onder andere een nierbeschadiging als gevolg. Er is een aanklacht wegens mishandeling ingediend door de ouders van de gemolesteerde leerling en die affaire gaat terecht nog een gerechtelijk staartje hebben.
Wat doen wij als school? De boosdoeners worden geschorst voor één dag en wel de dag waarop de roosters worden uitgedeeld. De daaropvolgende sportdag mogen ze weer komen. Ze hebben dus gewoon nog een extra dag vakantie gehad!!
Welk signaal wordt daarmee aan andere leerlingen afgegeven? Hoe onveilig moet die arme mishandelde jongen zich voelen?
Als wij als school begrip blìjven opbrengen voor daders, in plaats van onze leerlingen en onszelf te beschermen door paal en perk te stellen aan grenzeloos wangedrag, is het niet ondenkbaar dat het leefklimaat totaal wordt verziekt. Dan is de school niet meer van ons en daar zou ik toch wel zo godsgruwelijk van balen.
Dus ik ben woest en bezin mij op snode plannen.

dinsdag, september 05, 2006

Vertigo

Vanavond had ik afgesproken met Ingrid. Het was heerlijk om elkaar weer te zien. We zaten onder de bomen bij Vertigo in het Vondelpark en deden een bestelling.
"Wij willen graag een droge witte en een rode wijn." zei ik tegen het meisje dat prompt van alles intikte in een apparaatje, dat aan haar riem hing. Ze had een oortje in, waarmee ze een directe verbinding had met de keuken.
"Dat is dan 4,75."
"Moeten we dat nu al betalen? Maar we hebben nog niet eens iets gekregen?!"
"Ja, dat doen we tegenwoordig zo, omdat mensen soms iets bestellen en dan gewoon weglopen."
Ik was even met stomheid geslagen, maar mijn hersens zochten naarstig naar een reden voor dergelijk gedrag. En ja hoor, daar kwam al wat.
"Misschien doen ze dat omdat ze dan te lang moeten wachten voordat jullie het komen brengen?" opperde ik.
"Goh, zou best kunnen. Zo had ik er nog niet over nagedacht."
Ze haalde haar schouders op en liep weg.
Op zo’n zwoele septemberavond, zonder jas en met blote voeten buiten zittend in een park met ruisende bomen, nippend van je wijn, lijkt het alsof Amsterdam in Zuid-Europa ligt. Maar ècht lang kun je jezelf daarin niet voor de gek houden.

zondag, september 03, 2006

Gelukt!


Eindelijk gelukt: da Banque is blogging!

zaterdag, september 02, 2006

Bubbels

Ze glimmen zo mooi in zes verschillende kleuren. Het lijken wel toverballen. Als je ze raakt, maakt het een zacht zoevend en vervolgens klikkend geluid. Als er meer dan drie van dezelfde kleur met elkaar in aanraking komen, spatten ze uit elkaar en hoor je iets dat veel op schieten lijkt. Dat laatste ligt me niet zo, dus draai ik het geluid meestal weg.
Er is geen tijdslimiet. Bij tetris is dat wel en daar werd ik –als ik bij level 7 of 8 was beland- bloednerveus van. Bij Bubbels kun je over elke volgende move nadenken zolang als nodig is en dat is enorm rustgevend. Het is bijna meditatief te noemen. Ik heb al menig vraagstuk op kunnen lossen door mijn gedachten te laten komen en gaan, terwijl ik naar die glanzende balletjes staarde en ze probeerde te elimineren.
Maar het is ook verslavend. Elke dag moet ik het een paar keer spelen. En hoe beter ik er in word, hoe langer zo’n spelletje natuurlijk duurt. Bovendien heb je op een gegeven moment ook een bepaalde eer hoog te houden: onder de 80.000 punten betwijfel ik of ik het nog wel kan en mòet een nieuwe poging wagen. Waar moet dat heen?
Maandag begint school en dus werk weer. Na zeven weken van –in meerdere opzichten - onbezorgd bubbelen, moet ik mijn leven weer efficiënt in gaan delen. Op tijd gaan slapen, op tijd weer op. Vijf dagen in de week voor een klas met 32 jonge pubers staan, hun aandacht vangen en ze iets leren. Proefwerken en overhoringen afnemen en op tijd nakijken. Wat een gedoe…
Zoals elk jaar aan het eind van de zomervakantie heb ik ook nu weer nachtmerries over lokalen die onder mijn falende toezicht worden afgebroken, gesprekken met ouders die volstrekt uit de hand lopen en collega’s die me de grond inboren.
De werkelijkheid is tot nu toe steeds een stuk rooskleuriger gebleken. Ik ben zelfs meerdere malen op onnavolgbare wijze ontzettend gelukkig geweest voor de klas. Dan hebben de kinderen en ik tijdens een les samen iets opgebouwd dat te maken heeft met concentratie, bevlogenheid en vertrouwen. En in zo’n sfeer kunnen wonderen ontstaan, waar ik weken op kan teren. Het is werkelijk aan te bevelen: werken in het onderwijs!