zondag, augustus 31, 2008

Ramadan

Morgen of overmorgen (dat ligt aan de precieze stand van de maan: het sikkeltje van de nieuwe maan moet te zien zijn vlak nadat de zon is ondergegaan) begint ramadan: één van de vijf pijlers van de islam. Van zonsopgang tot zonsondergang moet men zich onthouden van alle geneugten zoals eten, drinken, roken en seks. Meer informatie is o.a. hier te vinden.
Op school wordt er al over gesproken: logisch als meer dan 75% van je leerlingen moslim is. Ik ben erg benieuwd hoe de sfeer zal zijn in de lokalen, maar ook in de gangen, de aula en op het plein. Het lesgeven moet eigenlijk wel bemoeilijkt worden als het overgrote deel van de kinderen honger en dorst heeft als gevolg van het vasten.
Een paar dagen geleden bespeurde ik in een eerste klas tussen een aantal jongens wat irritatie. Centrum van de negatieve aandacht leek Philippe te zijn: een grote, ietwat dikke, Arabisch uitziende jongen (met een Arabische achternaam) die in een opstel had geschreven dat hij Syrische ouders heeft. Ik had al eerder gemerkt dat hij niet zo goed lag in de rest van de groep en weet dat aan zijn afkomst en/of aan zijn wat onhandige sociale gedrag. Zijn uitstraling is namelijk nogal dreigend en hij heeft veel narrig commentaar op wat zijn klasgenoten naar voren brengen. Het lijkt erop dat hij best moeite heeft met de stof en het organiseren van zijn werk, maar hij vindt het helemaal niet makkelijk om dat toe te geven of er hulp bij te vragen.
Ik riep hem even bij me.
"Wat is er aan de hand, Philippe? Waarom zijn jullie zo aan het bekvechten?"
"Ze zeuren de hele tijd, juffrouw. Ze zeggen dat ik ook mee moet doen aan ramadan. Maar dat is helemaal niet waar. Ik ben een christen, geen moslim!"
"Je hebt gelijk, Philippe. Als je christen bent, hoef je niet mee te doen aan ramadan," zei ik heel hard, zodat iedereen het duidelijk kon horen. Jammer genoeg moest ik bij mezelf vaststellen dat ik op dat moment te weinig inspiratie had om er een klassengesprek over te houden.
Tja.
De verhalen zijn bekend. De zware druk die soms onderling op scholen wordt uitgeoefend om mee te doen aan ramadan en je streng aan de voorschriften te houden kan heel intimiderend zijn. Ik heb zelfs gehoord van "ramadanpolitie": jongeren die schoolpleinen afgaan en stiekeme eters en drinkers te grazen nemen...
Inmiddels heb ik me wat beter geïnformeerd en durf het nu wel aan. Morgen wil ik erop terugkomen en gaan we het hebben over hoe zwaar ramadan is. En dat ramadan een manier is om te laten zien dat je een goed moslim wil zijn. Door te volharden (een zeer belangrijk begrip voor een moslim), ook al is het nog zo moeilijk, toon je je dienstbaarheid aan God en als je God dient, dien je ook je medemens. Dat is wat God van je wil. Als je honger en dorst hebt, ben je snel geïrriteerd en ontstaan er eerder ruzies. Het is moeilijker om je te concentreren en beleefd te blijven. Maar als je je tijdens het vasten tòch goed blijft gedragen, toon je aan dat je waardig bent om God te dienen. Islam predikt respect voor de medemens, ongeacht diens geloof. Dus het gaat niet aan om mensen die niet meedoen aan ramadan te veroordelen. Als je dat doet ben je eigenlijk zelf niet goed bezig.
Over zulke dingen zal het moeten gaan.
Hoe zal zo'n gesprek verlopen? Wat zullen de leerlingen terug zeggen? Hoe zullen de niet-moslims zich in het gesprek mengen? En er is ook nog een verschil tussen Turkse en Marokkaanse moslims; in ieder geval in hoe ze de begindatum van de ramadan bepalen. Culturele en religieuze verschillen... ik vind het spannend!

zaterdag, augustus 30, 2008

Dochter op Kreta

Vanochtend kreeg ik een telefoontje van Dochter vanuit Kreta. Haar stem klonk hees. Gisteravond is ze met zo'n 120 collega's van de NEM in Rotterdam naar Iraklion gevlogen (de schat belde me nog om te melden dat ze veilig was geland), vandaaruit zijn ze per bus naar Chersonissos vervoerd en toen begon het feesten. Ergens halverwege de nacht was ze maar gaan slapen, maar ze had gedanst en gedronken en gegild en gelachen totdat ze niet meer kon.
"Mam, ik ga hier nooit meer naar toe, maar het is te gek om dit ook eens mee te maken... wat een verschrikking! Hollanders op Kreta."
Dochter kan dat tegenwoordig heel goed: de rafelige kanten van het bestaan opzoeken, alles observeren en het beschouwen als een ervaring, zoals er zovele zijn in het leven. En dan gaat ze weer verder. Op zoek naar het volgende. Er zijn tijden geweest dat ze wel eens te lang bleef hangen in het donker, maar dat is gelukkig voorbij.
Ze vertelde dat ze al gezwommen had en daarbij veel aan mij had gedacht. En dat de bergen, de kleur van de zee en de lucht, de witte huisjes, de bloemen, zelfs de geluiden en de geuren haar zo deden denken aan 1999 toen we op vakantie waren in Griekenland. Ik kon me dat toen eigenlijk helemaal niet permitteren, maar heb een lening afgesloten om het toch te doen: drie weken lang met Dochter en Zoon naar mijn tweede vaderland. Het heeft me destijds 8.000 gulden gekost. Nooit heb ik spijt gehad. Sterker nog: ik zou spijt hebben gehad als ik het NIET had gedaan. Het was een volmaakte vakantie waar we het nog vaak over hebben.
En nu is ze dus weer terug onder de Griekse zon.
Zojuist stuurde ze me onderstaande foto.
Vanavond wil ze alleen maar water drinken en op tijd naar bed.
Het zal mij benieuwen!

vrijdag, augustus 22, 2008

Huiswerk niet gemaakt

Ze zit in de tweede klas en wil me graag even onder vier ogen spreken. Nee, het kan niet even fluisterend bij mijn tafel. We moeten echt even op de gang. Dus ik zet de klas aan het werk en samen gaan we naar buiten.
Ze kijkt me een beetje gespannen maar glimlachend aan en steekt van wal.
"Gisteren wilde ik net aan die opdracht van u beginnen, toen mijn vader thuiskwam. Hij was klaar met werken. Hij is rijinstructeur. Toen hoorden we een geluid buiten, dat wel op vuurwerk leek. Maar toen we gingen kijken, stond de auto van mijn vader in de fik. De brandweer kwam erbij en de politie en allemaal mensen op straat... Daarna moesten mijn vader en moeder naar het politiebureau om aangifte te doen. En ik moest op mijn kleine broertje passen, dus ik kon niet aan mijn huiswerk. Hij huilt zoveel mijn kleine broertje, dat had ik u toch gisteren verteld? Ze waren pas om een uur of negen weer thuis en toen was het te laat om mijn huiswerk nog te doen, dus ik heb het niet af."
"Wat een verhaal, zeg." Ik geloof haar onmiddellijk, maar kan het niet zo goed bevatten allemaal.
"Weten jullie al wie het heeft gedaan?" vraag ik.
"Nee, we weten het niet. En het is zo raar juf, als je nu naar buiten kijkt. Je ziet geen auto meer, maar alleen nog maar zo zwarte verbrande dingen, allemaal rommel, waar dan ineens stoelen tussen staan. En het bordje bovenop de auto, met de L erop en het telefoonnummer van mijn vader is ook helemaal gesmolten en scheef. Je kunt alleen de L nog maar zien. Mijn vader had dat bordje net gekocht. En hij had vandaag alweer les, maar dat doet hij nu met de auto van mijn moeder. Mijn moeder wil trouwens best een brief schrijven hoor, als u mij niet gelooft. Dan neem ik die maandag wel mee."
"Dat is niet nodig. Ik geloof je wel. Tjongejonge, wat een verhaal, hè?"
"Ja..." ze zucht even. "En ik kreeg ook nog ruzie met mijn moeder, omdat ik de hele tijd moest lachen en toen werd ze boos op mij en zei dat ik niet moest lachen."
"Je moest natuurlijk lachen van de zenuwen, hè?"
Ze knikt.
Dan zeg ik dat ik het heel goed begrijp dat ze haar huiswerk niet heeft kunnen maken. We spreken af dat ze er dit weekend aan gaat werken en het maandag bij me inlevert.

Als we weer in de klas zitten, herinner ik me al die brieven van moeders die ik op mijn vorige school kreeg. In mooie Nederlandse volzinnen werd er dan omstandig uitgelegd waarom Jorinde, Pepijn, Krischa of Romaine hun huiswerk niet af hadden. Dan was de hamster, het konijn of de goudvis plotseling overleden, waardoor het hele gezin in diepe rouw was gedompeld. En na de rituele begrafenis van het dierbare huisdier waren er zoveel emoties losgekomen in het hele gezin, dat school even op de achtergrond was geraakt.
Een andere wereld.

donderdag, augustus 21, 2008

Geen dag hetzelfde

Elke ochtend als ik naar mijn nieuwe school fiets, weet ik niet wat me te wachten staat. Geen dag is hetzelfde. Verwachtingen komen (bijna) nooit uit.
Het rottigste dat ik tot nu toe heb meegemaakt, was gisteren in een derde klas.
Als ik met mijn rug naar de leerlingen toe sta om iets op het bord te schrijven, wordt er een klein propje papier nèt naast mijn hand gemikt. Ik kan niet met zekerheid zeggen wie het heeft gedaan.
Vlak daarvoor heb ik wèl een dader kunnen aanwijzen, namelijk degene die een stukje gum op mijn tafel had gegooid. Het paste precies op de geschonden gum die op tafel lag bij de leerling die heel erg nadrukkelijk naar buiten keek toen ik vroeg "Wie heeft dat gedaan?". Ik scande zijn tafelblad, zag iets liggen dat een match zou kunnen zijn, liep er snel naar toe en ja hoor: bingo!
"Juf is vet slim! CSI!" werd er opgetogen, maar ook een beetje opruiend geroepen.
"Het ging per ongeluk." zwetste de jongen uit zijn nek.
"Als het nog een keer gebeurt, zet ik je eruit." zei ik tegen hem, duidelijk en voor iedereen te verstaan, in de hoop dat ik het kinderachtige gedrag in de kiem had gesmoord.
En nu is er weer iets naar me gegooid en heb ik geen flauw idee wie het heeft gedaan.
Ik draai me om, glimlach vriendelijk, ga zitten en kijk de klas eens rond. Verwachtingsvolle ogen zijn op mij gericht.
Sensatiezoekers.
"Is er iemand die me wil vertellen wie dat propje gooide?" vraag ik met rustige stem.
"Ik heb het niet gedaan!"
"Waarom kijkt u mij nou aan?"
"Wat is er gebeurd?"
Allemaal door elkaar heen. Allemaal jongens. Harde stemmen, bijna schreeuwend, maar zeker roepend. De meiden stil of stiekem giechelend. Al met al een flink pandemonium.
Ondertussen begin ik een zogenaamd uitstuurbriefje in te vullen voor de leerling die ik in eerste instantie heb betrapt. Ik leg het bij hem op tafel met de duidelijke boodschap "Met dit briefje stuur ik je uit de les en jij weet nu heel goed wat je moet doen."
Hij sputtert een beetje tegen, maar begint wel zijn spullen te pakken. De jongens trekken weer van leer en beginnen een hoop gedoe over waarom ik hem eruit stuur, want weet ik wel zeker dat hij het heeft gedaan en dat is niet eerlijk, etc.
"Daar gaan we het nu niet over hebben, want we gaan weer aan het werk," is mijn reactie.
Pfoeh, dit is echt aanpoten...
Het moeilijkste is het om volstrekt rustig te blijven: niet alleen uiterlijk, maar vooral innerlijk. Ik ben nieuw op school en de leerlingen willen testen of ik omga of overeind blijf, want ze willen weten of ze iets aan me hebben. In hun leven is er al meer dan genoeg waar ze niet op kunnen bouwen.
Als ze bezig zijn, loop ik langs de tafels en probeer zoveel mogelijk positieve dingen te benoemen. Ook bij de jongens met de grootste bek. Die hebben vaak een klein hartje, toch?

In één van de eerste klassen zit een engeltje. Ik weet het zeker. Grote bruine ogen waar de kinderlijke onschuld vanaf spat. Nog een beetje rond in de ledematen, maar het gaat niet lang meer duren voordat hij echt gaat groeien. Hij geeft me aan het einde van het uur steeds met plezier een hand, kijkt me recht aan en zegt: "Dank u wel voor de fijne les, juf."
Als hij mijn hand loslaat, legt hij de zijne even op zijn hart.
Hoe zal hij zijn in de derde klas?

zondag, augustus 17, 2008

What's in a name?

Morgen de eerste lesdag en dus ben ik vandaag druk bezig om de namen van mijn a.s. leerlingen in mijn grote rode schrift (Cahier de Bord van Clairefontaine) te schrijven. Dan kan ik straks precies bijhouden of ze er zijn, hun spullen in orde hebben en hun huiswerk gedaan. Dat is handig voor het overzicht: helemaal als er een rapportcijfer samengesteld moet worden, want alle tussentijdse resultaten komen natuurlijk ook in die administratie terecht. Wat dat betreft is het net het Grote Rode Boek van Sinterklaas...
Het zijn namen die ik me nog eigen moet maken, zodat ze me op de juiste manier uitgesproken en als vanzelfsprekend van de lippen rollen. Van de meeste weet ik niet eens of ze van jongens of meisjes zijn: Oumaima, Hicham, Serdal, Najoua, Ihsane, Smahane, Chivangenie, Yavuz, Afzal, Feyzullah, Doganay, Noureddine, Sümeyye, Furgan.
Even googelen en daar vind ik iets dat uitkomst kan bieden: een site die zichzelf behind the name noemt en waar je heel veel informatie kunt vinden over Arabische (maar ook andere) namen.
Nog één nachtje slapen en dan gaat het echte werk beginnen. Ik ga ze Nederlands geven en binnenkort krijgen ze van mij de opdracht om een opstel te schrijven over hun eigen naam. Daarvoor moeten ze dan hun ouders interviewen om erachter te komen waarom die naam voor ze is gekozen en wat hij betekent. En ze kunnen nadenken over of ze vinden dat die naam bij ze past of dat ze liever anders zouden heten.
Het is een opdracht die ik wel vaker heb gegeven en die mooie resultaten kan opleveren, ook in de zin van meer informatie over een kind en het gezin waarin het opgroeit. Waardoor je een leerling beter kunt begrijpen en vervolgens handiger benaderen.
Over namen gesproken: op mijn nieuwe school is het de gewoonte om als leerkracht met je achternaam (en niet met je voornaam) te worden aangesproken. Da's nog wel even wennen voor me, maar op zich vind ik het een heel goed plan. Al dat amicale gedoe tussen leerling en leraar: een zekere distantie is helemaal niet verkeerd. Ik zal nooit vergeten dat ik op mijn vorige school, tijdens het uitdelen van nagekeken werk, van een ongeveer 14-jarige leerlinge een tik op mijn billen kreeg met daarbij de opmerking "Lekker kontje, juf!". Uiteraard stuurde ik haar de klas uit en liet haar duidelijk merken dat ik van zulks niet gediend was.
In een gesprekje daarna, vroeg ik haar hoe ze het in haar hoofd haalde om zoiets te doen, omdat dergelijk gedrag onder vriendinnen misschien nog acceptabel was, maar beslist niet binnen onze juf-leerling verhouding. Ze was behoorlijk overstuur, omdat ze mijn grens eigenlijk helemaal niet begreep. Met betraande ogen keek ze me aan en zei: "Maar je bènt toch mijn vriendin?".
Arm kind, wat een verwarring...

zaterdag, augustus 16, 2008

Lord of the Rings

Vanavond kijkt Zoon naar Lord of the Rings. Ik vind het eigenlijk veel te eng allemaal en zit graag achter mijn pc. Dan kan ik af en toe opstaan en in de keuken wat caterende activiteiten ontplooien, vooral als de muziek dreigend aanzwelt, omdat de Orks (?) wéér achter kleine Frodo aan gaan om hem die ring af te pakken. Zo heb ik al zelfgemaakte chocolademelk met koekjes geserveerd en zwarte thee met honing en een wolkje melk.
Allemaal leuk en aardig, maar ik vind het ineens echt drie keer niks dat Dochter helemaal in Rotjeknor gelukkig samenwoont met Vriend. Zij hoort hier naast Zoon op de bank en dat ik dan met twee mokken heen en weer loop te sjouwen...
Misschien komt het wel doordat die twee prachtige kinderen van mij elkaar altijd, dwars door alles heen (ook de moeilijke jaren) zijn blijven liefhebben. Als ze samen naar Lord of the Rings kijken (Pirates of the Caribbean of Harry Potter kan ook), zijn ze van mij afgesloten. Ik kan ze in die wereld niet volgen, omdat hij onderdeel uitmaakt van het tweepersoons universum dat zij hebben. Ik kan daar niet bij, maar ik kan ze wel zien en ervan genieten dat ze het daar samen zo goed hebben.
Maar nu zit Zoon daar alleen en kan ik niet naar ze kijken en ze samen horen babbelen en lachen om voor mij onbegrijpelijke zaken.
Natuurlijk, Dochter is volwassen, heeft recht op haar eigen leven en het is fantastisch dat ze het zo fijn heeft met die jongen en hun huis en Poes en haar werk en haar vrienden enzo, blablabla, maar ik kan haar soms heel onverwacht heel erg ontzettend missen.
Zoals nu.

donderdag, augustus 14, 2008

Een nieuw seizoen

Vanmiddag ben ik met pijn in mijn buik naar mijn nieuwe school gefietst: in lange, lange tijd ben ik niet meer zo zenuwachtig geweest! Om 13 uur zou de inloop starten en een half uurtje later de algemene vergadering, met daarna een splitsing in onderbouw en bovenbouw. In mijn hoofd tuimelden ontzettend veel vragen over elkaar heen. Wie zou ik aantreffen als mijn nieuwe collega's? Zou er tenminste ééntje tussen zitten met wie ik een hartelijk contact zou kunnen opbouwen? Zouden ze van de gulle lach zijn of toch meer het afgeknepen type?
Waar het allemaal op neer kwam, was natuurlijk de vraag of ik me er welkom zou voelen.
Nou, echt helemaal nìks te klagen!
Ik ben "geadopteerd" door H., een oudere man die al vanaf '77 in hetzelfde gebouw werkt. Een ware 1e graads leraar Nederlands, die 30 jaar geleden is begonnen met lesgeven op havo/vwo niveau en een aantal fusies later heeft besloten om met vreugde de overgang naar het vmbo te maken. Hij houdt van de minder bedeelde kinderen in Amsterdam West die het moeilijk hebben, een speciale aanpak behoeven en met wie het werken zo dankbaar kan zijn. Verder was er C. die zich over mij ontfermde: ook alweer bijna 25 jaar in het vak, inclusief een vette burnout van anderhalf jaar.
Van haar is de volgende anekdote uit één van haar eerste lessen in het voortgezet onderwijs met "wat minder sociaal vaardige leerlingen", zoals dat dan heet. C. was als invaller in een klas beland met brutaal-ordinaire Hollandse meiden van een jaar of 15. Op haar tafel stond om de één of andere ondoorgrondelijke reden een plastic kuipje boter. Het viel haar eigenlijk pas op, toen ze de meiden hoorde smiespelen. Eerst hadden ze het over "glijmiddel", maar al heel snel werd dat "glijmiddel van de juf". C. wist dat ze het meteen de kop in moest drukken, omdat ze anders niet meer aan lesgeven zou toekomen. Dus stond ze op, pakte het kuipje stevig beet, verhief haar stem en zei op strenge toon: "In de eerste plaats is dit geen glijmiddel, maar boter..." en toen moest er een tweede plaats komen, maar die had ze nog niet paraat... "en in de tweede plaats heeft deze juf geen glijmiddel nodig!!!", hoorde ze zichzelf toen zeggen. Plotseling was het doodstil geweest in het lokaal: de meiden waren met stomheid geslagen en C. zelf eigenlijk ook. Maar ze had daarna nooit meer last van ongepaste opmerkingen gehad in die klas.
Met C. valt er in ieder geval te lachen dus.
En verder heb ik onder andere ontmoet:
* een ongelooflijk mooi-ronde, zwarte lerares met felle, maar vriendelijke ogen en knalrood gestifte lippen, een zwierige bloemenrok met daarboven een kobaltblauwe blouse die schitterend kleurde bij haar huid,
* een jonge zeer hulpvaardige Marokkaan met stralende ogen en een heldere stem, die alleen maar glimlachend door het leven lijkt te gaan, terwijl hij allerminst een luchtige indruk maakt,
* een tengere moslima met bijna zwarte, glanzende ogen omlijst door krullende niet-werelds-lange wimpers, gekleed in een enkellange feeërieke jurk met bijpassend hoofdoekje.
Samen met een vijftigtal anderen vormen ze een divers gezelschap en ik ben er zeer benieuwd naar om al deze nieuwe collega's te leren kennen. Alhoewel ik er ook al een paar in de peiling heb die je uitgeblust, apatisch en/of cynisch zou kunnen noemen. Daar blijf ik dan dus maar een beetje uit de buurt!
Maar meerdere collega's hebben me letterlijk welkom geheten (vond ik erg fijn om te horen) en zelfs gezegd dat ze blij zijn dat ik naar hun school ben gekomen. Ze denken dat ze me goed kunnen gebruiken, omdat ik onderwijservaring heb en vast veel nieuwe en originele inbreng. Ik heb geen idee ze zich allemaal voorstellen, maar ik weet wel dat ik ontzettend veel zin heb om dat te gaan ontdekken!