Leerlingen mogen bij ons op school hun mobiele telefoon, gameboys en audio-apparatuur niet zichtbaar dragen: in de gang noch in de les. Als ze betrapt worden op overtreding van deze regel, moeten ze hun "speelgoed" inleveren en zijn ze het drie weken kwijt.
Vanmiddag liep ik van het ene lokaal naar het andere toen ik mijn naam hoorde roepen. Toen ik me omdraaide, stonden er twee leerlingen voor mijn neus: een jongen uit de tweede, wiens moeder afgelopen woensdag is gediagnostiseerd met longkanker, en een meisje uit dezelfde klas. Ze hijgden allebei een beetje van het rennen.
"Mathilde," zei de jongen met opgewekte stem en een ietwat olijke blik in zijn ogen, "mijn telefoon is vorige week afgepakt. Maar nu heeft mijn moeder kanker. Mag ik hem dan nu al terug?"
Ik was zo verbouwereerd, dat ik bijna in de lach schoot. Gelukkig kon ik me goed houden. Ik zei dat hij dat maar even met zijn mentor moest overleggen. En terwijl we naar de docentenkamer liepen om haar te zoeken, heb ik even mijn arm om zijn schouders geslagen en gezegd dat ik het had gehoord van zijn moeder en dat ik zo geschrokken was van het slechte nieuws.
"Ja, mijn vader en moeder en zusje waren ook al zo geschrokken. Mijn moeder ging huilen toen ze het ons vertelde en mijn vader en zusje ook."
Nog steeds die schelle stem.
"En jij dan? Moest jij ook niet huilen dan?" vroeg ik.
"Jawel, ik ook wel. Toen iedereen huilde, moest ik ook huilen."
Even klonk hij zachter.
Maar toen snel weer snerpend: "Wil jij even kijken of mijn mentor in de docentenkamer zit?"
Zo'n jochie toch.
maandag, november 26, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten