Ze zit in de tweede klas en wil me graag even onder vier ogen spreken. Nee, het kan niet even fluisterend bij mijn tafel. We moeten echt even op de gang. Dus ik zet de klas aan het werk en samen gaan we naar buiten.
Ze kijkt me een beetje gespannen maar glimlachend aan en steekt van wal.
"Gisteren wilde ik net aan die opdracht van u beginnen, toen mijn vader thuiskwam. Hij was klaar met werken. Hij is rijinstructeur. Toen hoorden we een geluid buiten, dat wel op vuurwerk leek. Maar toen we gingen kijken, stond de auto van mijn vader in de fik. De brandweer kwam erbij en de politie en allemaal mensen op straat... Daarna moesten mijn vader en moeder naar het politiebureau om aangifte te doen. En ik moest op mijn kleine broertje passen, dus ik kon niet aan mijn huiswerk. Hij huilt zoveel mijn kleine broertje, dat had ik u toch gisteren verteld? Ze waren pas om een uur of negen weer thuis en toen was het te laat om mijn huiswerk nog te doen, dus ik heb het niet af."
"Wat een verhaal, zeg." Ik geloof haar onmiddellijk, maar kan het niet zo goed bevatten allemaal.
"Weten jullie al wie het heeft gedaan?" vraag ik.
"Nee, we weten het niet. En het is zo raar juf, als je nu naar buiten kijkt. Je ziet geen auto meer, maar alleen nog maar zo zwarte verbrande dingen, allemaal rommel, waar dan ineens stoelen tussen staan. En het bordje bovenop de auto, met de L erop en het telefoonnummer van mijn vader is ook helemaal gesmolten en scheef. Je kunt alleen de L nog maar zien. Mijn vader had dat bordje net gekocht. En hij had vandaag alweer les, maar dat doet hij nu met de auto van mijn moeder. Mijn moeder wil trouwens best een brief schrijven hoor, als u mij niet gelooft. Dan neem ik die maandag wel mee."
"Dat is niet nodig. Ik geloof je wel. Tjongejonge, wat een verhaal, hè?"
"Ja..." ze zucht even. "En ik kreeg ook nog ruzie met mijn moeder, omdat ik de hele tijd moest lachen en toen werd ze boos op mij en zei dat ik niet moest lachen."
"Je moest natuurlijk lachen van de zenuwen, hè?"
Ze knikt.
Dan zeg ik dat ik het heel goed begrijp dat ze haar huiswerk niet heeft kunnen maken. We spreken af dat ze er dit weekend aan gaat werken en het maandag bij me inlevert.
Als we weer in de klas zitten, herinner ik me al die brieven van moeders die ik op mijn vorige school kreeg. In mooie Nederlandse volzinnen werd er dan omstandig uitgelegd waarom Jorinde, Pepijn, Krischa of Romaine hun huiswerk niet af hadden. Dan was de hamster, het konijn of de goudvis plotseling overleden, waardoor het hele gezin in diepe rouw was gedompeld. En na de rituele begrafenis van het dierbare huisdier waren er zoveel emoties losgekomen in het hele gezin, dat school even op de achtergrond was geraakt.
Een andere wereld.
vrijdag, augustus 22, 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Man man man wat een verhaal inderdaad.. arm kind. pas je goed op ze mama? Ik ben trots op je! dikke kus!
Een reactie posten