Vanmiddag ben ik met pijn in mijn buik naar mijn nieuwe school gefietst: in lange, lange tijd ben ik niet meer zo zenuwachtig geweest! Om 13 uur zou de inloop starten en een half uurtje later de algemene vergadering, met daarna een splitsing in onderbouw en bovenbouw. In mijn hoofd tuimelden ontzettend veel vragen over elkaar heen. Wie zou ik aantreffen als mijn nieuwe collega's? Zou er tenminste ééntje tussen zitten met wie ik een hartelijk contact zou kunnen opbouwen? Zouden ze van de gulle lach zijn of toch meer het afgeknepen type?
Waar het allemaal op neer kwam, was natuurlijk de vraag of ik me er welkom zou voelen.
Nou, echt helemaal nìks te klagen!
Ik ben "geadopteerd" door H., een oudere man die al vanaf '77 in hetzelfde gebouw werkt. Een ware 1e graads leraar Nederlands, die 30 jaar geleden is begonnen met lesgeven op havo/vwo niveau en een aantal fusies later heeft besloten om met vreugde de overgang naar het vmbo te maken. Hij houdt van de minder bedeelde kinderen in Amsterdam West die het moeilijk hebben, een speciale aanpak behoeven en met wie het werken zo dankbaar kan zijn. Verder was er C. die zich over mij ontfermde: ook alweer bijna 25 jaar in het vak, inclusief een vette burnout van anderhalf jaar.
Van haar is de volgende anekdote uit één van haar eerste lessen in het voortgezet onderwijs met "wat minder sociaal vaardige leerlingen", zoals dat dan heet. C. was als invaller in een klas beland met brutaal-ordinaire Hollandse meiden van een jaar of 15. Op haar tafel stond om de één of andere ondoorgrondelijke reden een plastic kuipje boter. Het viel haar eigenlijk pas op, toen ze de meiden hoorde smiespelen. Eerst hadden ze het over "glijmiddel", maar al heel snel werd dat "glijmiddel van de juf". C. wist dat ze het meteen de kop in moest drukken, omdat ze anders niet meer aan lesgeven zou toekomen. Dus stond ze op, pakte het kuipje stevig beet, verhief haar stem en zei op strenge toon: "In de eerste plaats is dit geen glijmiddel, maar boter..." en toen moest er een tweede plaats komen, maar die had ze nog niet paraat... "en in de tweede plaats heeft deze juf geen glijmiddel nodig!!!", hoorde ze zichzelf toen zeggen. Plotseling was het doodstil geweest in het lokaal: de meiden waren met stomheid geslagen en C. zelf eigenlijk ook. Maar ze had daarna nooit meer last van ongepaste opmerkingen gehad in die klas.
Met C. valt er in ieder geval te lachen dus.
En verder heb ik onder andere ontmoet:
* een ongelooflijk mooi-ronde, zwarte lerares met felle, maar vriendelijke ogen en knalrood gestifte lippen, een zwierige bloemenrok met daarboven een kobaltblauwe blouse die schitterend kleurde bij haar huid,
* een jonge zeer hulpvaardige Marokkaan met stralende ogen en een heldere stem, die alleen maar glimlachend door het leven lijkt te gaan, terwijl hij allerminst een luchtige indruk maakt,
* een tengere moslima met bijna zwarte, glanzende ogen omlijst door krullende niet-werelds-lange wimpers, gekleed in een enkellange feeërieke jurk met bijpassend hoofdoekje.
Samen met een vijftigtal anderen vormen ze een divers gezelschap en ik ben er zeer benieuwd naar om al deze nieuwe collega's te leren kennen. Alhoewel ik er ook al een paar in de peiling heb die je uitgeblust, apatisch en/of cynisch zou kunnen noemen. Daar blijf ik dan dus maar een beetje uit de buurt!
Maar meerdere collega's hebben me letterlijk welkom geheten (vond ik erg fijn om te horen) en zelfs gezegd dat ze blij zijn dat ik naar hun school ben gekomen. Ze denken dat ze me goed kunnen gebruiken, omdat ik onderwijservaring heb en vast veel nieuwe en originele inbreng. Ik heb geen idee ze zich allemaal voorstellen, maar ik weet wel dat ik ontzettend veel zin heb om dat te gaan ontdekken!
donderdag, augustus 14, 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten