donderdag, september 27, 2007

Zo kan het ook.

Ooit kreeg ik van mijn ouders een proefabonnement op de Vrij Nederland. Best leuk om op de hoogte te blijven van van alles en nog wat, maar het kost ook veel tijd en alras stapelden de ongelezen exemplaren zich op. Proef werd nooit voor het echie dus.
Maar ik sta wel in het VN-bestand en af en toe word ik opgebeld, omdat ze mij een heel voordelige aanbieding "mogen" doen. Zo ook maandagmiddag.
Toen ik zei dat ik geen interesse had en dat ik ook niet meer gebeld wenste te worden, omdat ik heel goed weet waar ze zitten en dat ik ze zelf wel kan bellen als ik iets van ze nodig heb... zei de vrouw aan de andere kant van de lijn: "Ik begrijp precies wat u bedoelt. Zal ik u een telefoonnummer geven waar u zich kunt laten registreren, zodat u nooit meer gebeld wordt?"
"Nou, heel graag!" was mijn verblufte reactie.
Het nummer was 0900-6661000 en ik heb het gedraaid, kwam in een ingewikkeld menu terecht en ben uiteindelijk naar infofilter.nl gesurfd, alwaar ik mijn profiel heb aangemaakt en de hele reutemeteut heb ingevuld. Geregeld?
Mooi niet!
Want wie belden gisteravond?
UPC!
Dochter nam op en zei dat ze niet de vrouw des huizes was en dat ze die ook niet aan de telefoon zou roepen, omdat de vrouw des huizes UPC hààt.
Gouden kind, die Dochter van mij.
Maar moet ik UPC nou sue-en of nog even afwachten tot infofilter voor de volle 100% in werking is getreden?

zaterdag, september 15, 2007

Update on Ice Pops

Vandaag ontving ik weer nieuws over mijn partneres in zaken in de Stille Oceaan. Heel verheugend!

Dear Mathilde Dollekens,
This is an update on Ice Pops written by Shane Xu:
Faapopole has been making ice pops for two years. She used her first loan to purchase the initial ingredients, sugar and cordial, and the plastic bags for making them in. With subsequent loans she has developed the family plantation; the other main income source, and built a separate bathroom for her family house. She has five children, the eldest of which is currently attending the high-school in town. The four younger children all attend the local school where Faapopole sells her ice pops. She started the business to supplement her husband's income from the plantation and fishing, and her business helps pay for family needs such as food, school fees, basic living costs, and church donations. She is unsure as to whether she wishes to continue getting further loans, and would like to one day have the plantation established in such a way as to be fully independent.

Ik wens haar toe dat ze al haar plannen waar kan maken en als ik er een bijdrage aan kan leveren... heel graag!

donderdag, september 13, 2007

Snelle actie, fijn plan

Dinsdag schreef ik Zusje een mail met daarin de volgende vraag: "En zullen we eens iets plannen dat je hier naar toekomt en dat we dan door de stad gingen fietsen en tapas eten ofzo?"
Waarop zij antwoordde: "Kunnen we niet een keer een weekend naar een leuke plaats in een hotel met sauna en zwembad en lekker eten en fijne omgeving en vroeg naar bed en 's ochtends voor het ontbijt naar het zwembad in de kelder? In plaats van door een drukke stad banjeren..."
Ik: "Hotel (mits niet te duur...) is ook prima, als ik maar niet in de sauna hoef: ik ben net gestopt met roken, hallo! En als jij dan een fijne buitenrit gaat maken, doe ik een fotoreportage of ik kijk wat proefwerken na of lees een antroposofisch boek. Affijn: lijkt me heel erg fijn en gezellig. Ergens aan zee of juist meer in de bossen?"
Zusje: "Wat is in godsnaam het verband tussen roken en sauna!!! Hmmmm, misschien kunnen we wel naar Vorden; ik op een tinker en jij alternatief met een fijn boek of sluipend door de omgeving om mij in galop vast te kunnen leggen...."
Toen was het tijd om te slapen. Maar de volgende dag, gingen we lustig verder met onze correspondentie, ieder vanaf onze eigen werkplek.
Ik: "Benauwd, ademhaling, dat soort dingen. Vorden in de Achterhoek: lijkt me heerlijk. Ik heb herfstvakantie van 13 t/m 21 oktober: is dat een goede periode? Kunnen we misschien zelfs wat langer dan een weekend of een andersoortig arrangement."
Zusje: "kijk eens op www.bakkerinvorden.nl., daar hebben ze een weekendarrangement. En op www.hofvanede.com. Op 13 oktober is bij de laatste een 2 uurs rit. 14 oktober een dagrit, maar ja, dan ben ik dus de hele dag weg. Ik heb pas de week erna vakantie, dus voor mij is alleen vrijdag, zaterdag en zondag haalbaar."
Ik: "Als jij een hele dag op een knol wil zitten, omdat je daar een kick van krijgt en energie etc: DOEN!! Ik weet zeker dat ik die hele dag gemakkelijk doorkom. Vrijdag, zaterdag en zondag: lijkt, me heerlijk. Maar vrijdag heb ik kaarten voor Carré... en daar wil ik ècht wel heen (Vliegende Panters). Kun je die maandag de 15e je werk niet verzetten? Kan niet zo snel overzien wat de kosten zullen zijn: heb jij een idee? In haast, moet weer verder met het coördineren van deze friettent."
Zusje: "Weekendarrangement kost 170 p.p. Daar zit ontbijt, diner en fietsen bij in. En natuurlijk een kamer....Ik kan die maandag denk ik wel vrij nemen. Doen?"
Ik: "Als ik eventueel -als ik het niet meteen in 1 keer kan betalen, kan ik nu zo gauw niet overzien- in termijnen aan jou kan terug betalen: DOEN!!!! Dus dan wordt het 13-14-15 okt? JIPPPPEIEIIEIEIIIIEIEIIEEE!! Ik heb er hartstikke veel zin in!"
Zusje: "Jajajaja, ik heb gereserveerd en dat regelen we allemaal wel. Nu nog mijn ritje regelen... en dan ga ik naar huis!!"
Ik: "Wat een retegoeie actie is dit zeg! Over een maand zitten wij lekker aan de wijn (maand en een uurtje) ergens in de gastvrije Achterhoek! Ga jij dan ook die dagrit doen? Zou ik wel errug stoer vinden zeg!"
Zusje: "Yep, heb me ervoor aangemeld. Een weekdendarrangement betekende trouwens wel twee avonden wild eten, dus dat heb ik dan maar even niet gedaan."
Ik: "Waar gaan we nu precies heen? Hof van Eden of Vorden? En waar eten we dan? Kan ik vast voorpretten via het net..."
En even later, ik weer: "Oeps, ik snap 'em al. Hof van Eden is de paardenaangelegenheid waar jij zaterdag die dagtocht gaat doen. Dus jij moet er heel erg op tijd naar toe en ik arriveer gewoon in de loop van de dag en dan kom jij terug van die dagtocht en drink ik een kopje thee in de serre met een intellectueel boek op schoot òf ik heb een heel eind gefietst in de omgeving. Bakker is het hotel waar we overnachten en we doen niet persé wild in het restaurant, maar krijgen wel goed te eten daar 's avonds, omdat we anders echt te snel dronken zijn. Zou je daar mogen scrabbelen in het café? Ik heb er ongelofelijk veel zin!!"
Zusje: "Nou, je hebt 'm bijna door! Het plan is om op 14 oktober een dagrit te maken en dat is zondags. Dus wij komen des zaterdags op een zeer gepast vroeg tijdstip in Vorden aan en dan is er alle tijd om op de fiets te klimmen of anderszins. De dag des Heren klim ik op een bonte knol op een redelijk christelijk tijdstip en dan ben ik, ach wat toevallig, zo ergens als de 5 in de klok zit wel weer boven Jan en gedouched. Jij gaat me dan wel wat, maar niet te veel over je antroposofische boek vertellen en ik jou iets over de natuur in het algemeen. De maandag ligt vervolgens geheel open... Snappie?"
Ik: "Uhuh, primaplan, toch?!!"
Zusje: "Ja, echt goed plan! Ik heb het geheel al aangekondigd tijdens het avondeten. Niemand echt blij. Zoon en Dochter: "Laat je ons hier dan helemaal alleen achter met Vader?!". Ik:" Ik weet zeker dat jullie in uitstekende handen zijn!". Echtgenoot wil eigenlijk liever mee dan dat jij mee gaat (snappie), en dat gaan we ook nog wel een keer doen. Maar dit is veel handiger en makkelijker en sneller geregeld, want er komt geen oppas aan te pas. HA!
P.S. Dit gaan we gewoon wat vaker doen. Griekenland is niet haalbaar, maar dit moet toch zeker eens per jaar te organiseren zijn."
En met de wijze woorden van mijn wijze Zusje sluit ik deze vreugdevolle greep uit mijn correspondentie af. Gelukkig is de sauna geheel uit het gezichtsveld verdwenen. Ik heb zo'n gigahekel aan die veredelde zweethutten!

zaterdag, september 08, 2007

Nu al...?

Bonzend hoofd, tuitende oren, zware ledematen. Dat is slechts lichamelijk.
Geestelijk voel ik me prima: bruisend, vol van plannen, lust om te dansen, etc.
(Bono hoorde ik gisteravond op televisie over de overleden Pavaroti zeggen: "He was so full of lust for life: he was a big baby with a beard.")
En toch... ik heb een beetje te hard gewerkt deze week. Veel onverwachte invaluren gedraaid, waarbij het altijd spannend is of je een klik kunt maken of dat de leerlingen je het lokaal uithonen. Of gewoon niet naar je luisteren en met hun eigen puberdingen doorgaan, terwijl jij ze probeert iets wijs te maken over de Engelse taal. Kunnen ze immers toch al lang! Gelukkig viel het allemaal reuze mee, maar ik voel nu hoe ik me heb ingespannen om het goed te laten verlopen.
Het is ook wennen in mijn nieuwe coördinerende en leidinggevende werkzaamheden. Waar begint mijn functie en houdt die van een ander op? Da's nog heel erg zoeken en dan moet er een hoop geouwehoerd worden om de gewenste duidelijkheid te verkrijgen of verwachtingen bij te stellen. Maar ik voel me als een vis in het water, zo heerlijk vind ik het om zaken te kunnen regelen en organiseren zodat de school er als geheel op vooruit gaat.
En toch... het tempo moet volgende week een tandje lager.

dinsdag, september 04, 2007

Het Verhaal (van de schoolopening)

“Maam, ik ben zo terug!” riep Jos en knalde de deur achter zich dicht. Ze roffelde de trap af naar beneden en ook de buitendeur knalde in de sponning. Met snelle passen was ze bij haar fiets en haalde hem van slot. Op de laatste donderdagmiddag van september, om een uurtje of drie, begaf ze zich op weg naar de videotheek.

De herfst was nu echt begonnen. De zon was nog aangenaam warm, maar stond al laag en scheen een gouden licht over de rood, geel en bruin verkleurende bomen van het park. Het water in de vijvers glinsterde, maar niet zo blikkerig fel als in hartje zomer. Een briesje duwde zachtjes in haar rug en liet al wat gevallen blaadjes over het fietspad ritselen. Binnenkort zouden de ooievaars naar het zuiden vertrekken, net zoals de luid gakkende ganzen die nu hoog boven het hoofd van Jos vlogen.

Nu was Jos normaal gesproken iemand die alles zag en alles hoorde. Nu niet. Haar gedachten waren zo ver weg, dat al deze zaken volledig langs haar heen gingen. Ze probeerde een oplossing te vinden voor het probleem dat ze zoëven al met haar moeder besproken had. Tenminste…. dat had ze geprobeerd. Haar moeder had het nogal druk met één of ander project en een deadline op het ogenblik en had slechts met grote moeite haar laptop even in de steek gelaten, toen Jos haar om hulp had gevraagd.
“Ik moet maandag een spreekbeurt houden en ik heb geen flauw idee hoe ik het aan moet pakken. Het onderwerp is “de held in jezelf” en ik word er helemaal knettergek van iedere keer als ik erover nadenk. Kun jij me alsjeblieft helpen, mam?” had Jos gevraagd.
“Mmmmm……?” had haar moeder geantwoord en was gewoon doorgegaan met haar werk.
Nouja, daar schoot ze toch helemaal niets mee op!
“Maham! Doe nou eens normaal! Ik vraag toch of je me wil helpen!!!”
“Jaja, niet zo schreeuwen hoor. Sorrysorry, maar ik heb het ook zo druk. Ik wil je echt graag helpen, dat weet je best. Ik ben je moeder en als er iets is, kunnen we er altijd over praten, dat weet je. Nou, komop, wat is het probleem?” Demonstratief had ze haar schermpje dichtgeklapt.
Maar Jos merkte wel dat haar moeders aandacht niet echt te vangen was voor haar spreekbeurt. En eigenlijk voelde ze zich een beetje afgescheept door de suggestie om maar naar de videotheek te gaan en daar een film te huren over Sophie Scholl, die tijdens de Tweede Wereldoorlog, samen met haar broer en vrienden, in Duitsland verzet had gepleegd tegen de Nazi’s. Een filmpje kijken als huiswerk was natuurlijk altijd wel leuk, maar hoe ze daardoor de held in zichzelf moest ontdekken…..? Ze had het niet aan haar moeder kunnen vragen, want die werd alweer op haar mobieltje gebeld. Belachelijke ringtone trouwens.
Jantje Smit, dat moest dan grappig zijn.
Tjongejonge…

En nu zat ze dus op de fiets. Ze was begin deze maand zestien geworden en al die jaren was haar leven rimpelloos verlopen. Er gebeurde met haar nooit iets bijzonders. Echt helemaal nooit. Ze had nooit echte problemen en haar vrienden of familie ook niet. Ze geloofde niet ergens in met heel haar hart. Ze had geen idealen of een politieke overtuiging. Als ze achttien was ging ze wel eens nadenken over op wie ze moest stemmen. Dat was nu toch nog helemaal niet belangrijk… Ze was eigenlijk wel tevreden met haar leven en dat van de mensen om haar heen. Hoe moest je dan een held worden?
Nelson Mandela: dat was nou ècht een held. Die had meer dan 27 jaar in de gevangenis gezeten om uiteindelijk zijn volk te bevrijden van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. Mahatma Ghandi had met geweldloos verzet bereikt dat de Britten naar huis waren gegaan. Daarvoor had hij volledig voor schut gelopen met zijn kaalgeschoren hoofd en die rare luier aan, maar hij had het wèl voor elkaar gekregen.
En Rosa Parks, een zwarte vrouw, had het op een dag vertikt om achter in de bus te gaan zitten, terwijl dat volgens de wet toen nog wel moest in Amerika, alleen vanwege haar huidskleur.
Jeanne d’Arc had bezoek gehad van de engel Michael en ze had stemmen gehoord die haar hadden verteld wat ze moest doen. Uiteindelijk was Jeanne zelfs heilig verklaard. Jos hoorde nooit stemmen, behalve dan in schoenenwinkels: “die daar, die MOET je kopen!!”
Over al die helden had ze op school geleerd, maar wat had ze daar verder aan? Hoe zou zij nou ooit beroemd kunnen worden, omdat ze een heldendaad had verricht? Hier in Amsterdam, als zestienjarig meisje, anno 2007: niet dus!

Het was druk op straat. Jos merkte het toen ze wilde oversteken naar de videotheek. Auto’s, een vrachtwagen, een tram, fietsen, brommers, scootertjes.
O, ze wilde er ook zo graag één: een rode met zo’n plankje waar ze haar voeten op kon zetten en haar tas ernaast en met twee blinkend zilveren buitenspiegels en natuurlijk een bijpassende helm. Maar haar ouders vonden het onzin en gevaarlijk en duur en fietsen was veel en veel gezonder…. Die mensen hadden ècht geen leven!
Alles suisde aan Jos voorbij, er werd getoeterd, gebeld en geroepen en het duurde behoorlijk lang voordat ze een gaatje had gevonden in de verkeersstroom. Eenmaal aan de overkant, zette ze haar fiets in het rek op de hoek en boog zich voorover om hem op slot te zetten.
En toen gebeurde er iets raars.
Ze hoorde niets meer.
Of nou ja, niets meer… het was meer dat het geluid heel sterk gedempt werd. Alsof er een dikke wollen deken over de wereld was gelegd. Jos richtte zich op en keek om zich heen om uit te vinden wat er aan de hand kon zijn. Ze wist namelijk zeker dàt er iets aan de hand was òf dat er iets ging gebeuren. Van binnen wist ze dat, zonder er over te hoeven nadenken.
De drukke verkeersstraat was nog steeds druk.
Daar was het niet.
Ze draaide zich om en keek de rustige zijstraat in. De lagere school daar was blijkbaar net uitgegaan.
Ze zag het jongetje met rugzak tussen de geparkeerde auto’s door rennen.
Ze zag de volwassen man, die hem achterna zat.
Ze speelden geen tikkertje.
Het was menens.
En zonder te beseffen wat ze deed, sprintte Jos er naar toe. Ze had nog nooit zo hard gerend.
Haar voeten stopten, toen ze pal voor de man stond, die zijn vaart moest afremmen om haar niet omver te lopen.
Ze moest haar hoofd enigszins in haar nek leggen om hem recht in zijn ogen te kunnen kijken. Met zachte, maar vastberaden stem hoorde ze zichzelf zeggen: “Wat is hier aan de hand?”
Op dat moment werd de wollen deken weer van de wereld weggenomen. Een explosie van geluid, plotseling in haar oren. Ze hoorde kinderen gillen en roepen, ze hoorde het verkeer in de verte weer, ze hoorde zelfs wat vogeltjes, ze hoorde de man schreeuwen.
“Ga aan de kant! Ik neem hem te grazen! Het is genoeg geweest! Bemoei je er niet mee, laat me erdoor! Ga weg! De maat is vol! Hij heeft een pak slaag verdiend!”
“Er worden hier geen kinderen geslagen,” zei Jos “dat gaat niet gebeuren.”
De ogen van de man schoten wild heen en weer. Hij probeerde langs haar heen te glippen, maar hij stond een beetje klem tussen Jos, de auto’s en de horde kinderen die inmiddels achter haar waren komen staan. Om de één of andere reden raakte de man haar niet aan en hij duwde haar ook niet aan de kant, terwijl hij zeker anderhalve kop groter was dan Jos en behoorlijk flink van postuur.
“Vertelt u me dan: wat is er aan de hand? Wat is er gebeurd? Waarom bent u zo kwaad op die jongen?” vroeg ze om het gesprek aan de gang te houden.
“Het moet gewoon afgelopen zijn!” schreeuwde de man “en jij moet aan de kant, want ik zal hem krijgen!”
“Ik ga niet aan de kant. Niet als u die jongen gaat slaan. Dat gaat niet gebeuren,” zei Jos. Haar stem bibberde niet eens, laat staan dat ze stotterde. Ze was zó rustig van binnen. De woorden kwamen als vanzelf in haar op. Ze hoefde er niet eens over na te denken.
“Wat heeft die jongen gedaan, dat u zo kwaad op hem bent?”
“M’n zoontje. Hij moet altijd mijn zoontje hebben. Hij pest hem. En het duurt al zo lang. Het is vorig schooljaar begonnen. Nu is het genoeg geweest. Mijn zoontje komt elke dag huilend thuis en ik kan er niet meer tegen.”
Jos merkte dat de man haar steeds langer bleef aankijken en dat zijn stem en motoriek rustiger werden. De concentratie was langzaam aan het verschuiven van het jongetje met rugzak naar het gesprek dat ze voerden.
“En hebt u er al over gepraat op school?”
“Ja, natuurlijk. Maar die klootzakken doen er niets aan. Het kan ze helemaal niks schelen. Ze beloven van alles, maar het pesten stopt niet. En ik moet mijn zoontje elke dag weer hier naar die rotschool brengen waar hij gepest wordt. Ik heb er zó’n genoeg van.“
O,o, zijn stem werd weer harder, zijn gebaren heftiger.
Een wat mager jongetje van een jaar of tien, met veel te wijde kleren van het verkeerde merk en de verkeerde kleur, afhangende schouders, piekerig melkboerenhondenhaar, een beugelbekkie en een bril met dikke glazen kwam naast de man staan, die een stevige arm om hem heen sloeg. Jos snapte dat dit het zoontje moest zijn. Hij zag er wel erg kwets- en pestbaar uit.
“Misschien moet u een andere school zoeken. Als het pesten niet ophoudt en ze doen er niks aan, is dat misschien een oplossing?”
Het jongetje knikte hevig en keek omhoog naar zijn vader. De man keek nadenkend naar beneden, dan weer naar Jos, dan weer om zich heen.
“Tja, ik weet het niet. Ik wil die rotzak gewoon eens een lesje leren. Waar is hij eigenlijk gebleven?” Hij keek naar de kinderen die zich achter Jos verschanst hadden en duwde zijn zoontje een klein beetje opzij, zodat hij eventueel zijn prooi kon grijpen.
Gelukkig zag Jos op dat moment twee mannen in een blauw uniform aan komen lopen. Geen politie, maar buurtwachters ofzo. Als ze het nog kon rekken, totdat die mannen er waren…
“U maakt het probleem alleen maar groter door het met geweld te lijf te gaan. Er moet een andere oplossing te verzinnen zijn.”
“Jaja, alsof het zo gemakkelijk is om midden in het jaar van school te wisselen. Ik weet niet eens hoe ik dat aan moet pakken. Bovendien is het gewoon niet eerlijk!”
De man begon alweer harder te praten, maar nu waren de buurtwachters gearriveerd. Ze zagen er groot en sterk uit.
“Is hier iets aan de hand?” vroeg één van hen.
“Ach,” zei Jos “het leek er even op. Maar als jullie het over willen nemen, graag!”
De buurtwachters wendden zich tot de man en zeiden “Wat kunnen we voor u doen, meneer?”
Ze knikte naar de man en zijn zoontje en liep weg van de hele scène. En toen voelde ze het: haar knieën trilden en werden helemaal slap alsof ze van rubber waren. Alsof ze zojuist in één keer de trappen van Domtoren had beklommen. En haar hart ging als een gek tekeer: boingboingboing! Het bloed suisde in haar oren.
Mechanisch liep Jos naar haar fiets, haalde hem van het slot en reed naar huis. Helemaal op de automatische piloot, want ze was maar aan het denken.
Wat was er allemaal gebeurd? Het was zo snel gegaan.
Hoe kon het, dat het ineens zo stil was geweest? Dat had ze nog nooit eerder meegemaakt, maar daardoor was alles wèl begonnen.
Hoe had ze gedurfd wat ze had gedaan?
En was dat nou wel zo verstandig geweest? Die man was echt veel groter en sterker dan zij. En zoooooooooooo ontzettend kwaad.
Wat als hij hààr geslagen had?
Of gewoon tegen de grond gesmakt?
Als ze daar van te voren allemaal over had nagedacht, had ze waarschijnlijk niet ingegrepen óf ze was te laat geweest. Dan had die man dat jongetje aan zijn rugzak vast kunnen grijpen en dan… gatverdamme nee: ze moest er niet aan denken.
En zo kreeg ze langzamerhand, tijdens het fietsen, alle gebeurtenissen steeds meer op een rijtje en werden haar gedachten weer helder.
Maar pas toen ze thuis was gekomen, naar boven was gelopen en haar hand op de deurklink legde, realiseerde ze zich, dat ze helemaal vergeten was om die film bij de videotheek te halen…
Alsof ze die nog nodig had!

Lieve heldinnen en helden in deze zaal, ik wens jullie een gewaagd, gedurfd en moedig schooljaar toe!

maandag, september 03, 2007

September...?

Gisteren was het drie weken geleden dat ik iets schreef op deze plek. Intussen is Zusje jarig geweest en heb ik mijn huiskamer- en keukenvloer geschuurd (gevolg: het hele huis zat onder het stof en de buurvrouw kwam klagen over het aanhoudende lawaai)en in een heerlijk ruikende olie gezet. Mijn huis is er echt op vooruit gegaan en dat komt mijn humeur zeer ten goede.
School is weer begonnen! Dochter heeft haar eerste introductiedagen erop zitten en kan niet wachten totdat ze weer mag. Heeft ze zich hier nou zo zenuwachtig over gemaakt?! Leuke mentor, leuke klasgenoten, leuke school: dat klinkt uitermate veelbelovend en dat is het ook.
Op de school waar ik werk, wordt bij de opening van het schooljaar altijd een verhaal verteld door een leerkracht. Ik had het op me genomen om daar iemand voor te ronselen en bleek het daardoor uiteindelijk zelf op te moeten knappen. Gelukkig kreeg ik dit signaal al vrij duidelijk voor de vakantie: maar liefst zeven weken voorbereidingstijd.
Het was een feest om het te doen. Ze (300 leerlingen per keer) waren verbazingwekkend stil en aandachtig. Het was net alsof ik een bijzonder grote klas voor me had. Het duurde ongeveer twintig minuten en ik deed het geheel uit het hoofd.
Na afloop kreeg ik complimenten van collega's. Pubers zeggen in zo'n situatie niets uit zichzelf en ik voelde geen behoefte om te vragen. Maar tijdens het lesgeven meen ik nu verschil te merken: het lijkt alsof ik in hun achting ben gestegen.
En zo hoort het ook!