woensdag, oktober 01, 2008

Ouders

Als ik door de gangen loop in een tussenuur, kom ik langs het lokaal waar leerlingen, die de les zijn uitgestuurd, worden opgevangen. Door de grote ramen is het gemakkelijk naar binnen kijken. Mouad uit de eerste klas zit daar een beetje voor zich uit te dromen. Een paar uur eerder heb ik een stevig gesprek met hem gehad, omdat hij het door mij opgegeven strafwerk niet gemaakt bleek te hebben. Dat had hij te danken aan het feit dat hij aan het begin van deze week de les had verstoord door een scheldwoord door de klas te roepen. Toen ik hem daar na de les op aansprak, had hij het -zonder enige hartstocht, op een bijna routineuze manier- eerst maar eens ontkend.
"Ah joh, Mouad. Daar gaan we het toch niet over hebben? Ik heb gehoord dat je het zei. Daar is niks meer aan te doen. We moeten het nu eens worden over hoe we dit afhandelen, zodat je het niet nog een keer doet."
"U gaat toch niet mijn ouders bellen?"
Mouad klonk oprecht ongerust.
"Hoezo? Waarom zou ik je ouders bellen?" vroeg ik.
"Meester B. had dat gezegd: als ik me nog één keer slecht gedraag, gaat hij mijn ouders bellen."
Meester B. is de mentor van Mouad en Mouad weet dat wij regelmatig overleggen. Ik vond Mouads openhartigheid ontwapenend.
"En dat wil jij liever niet?"
"Nee," kwam er heel beslist uit.
"Waarom niet?"
Hij haalde zijn schouders op, maar hoe ik ook doorvroeg, hij wilde geen concreet antwoord geven.
"Geeft u me dan strafwerk, juffrouw, als u maar niet mijn ouders belt."
"Weet je het zeker?"
"Ja," met een hevig hoofdknikken, "en zegt u het dan niet tegen meester?"
"Ik moet hem vertellen wat er is gebeurd, maar ik zal hem vragen om je ouders niet te bellen."
Mouad toonde zich duidelijk opgelucht en samen hadden we de hoeveelheid regels afgesproken, die Mouad de eerstvolgende les 10x handgeschreven bij mij zou inleveren: "Ik mag niet schelden, want dat creëert onrust. Daardoor wordt het leerproces van mijzelf en anderen verstoord. Als ik me gedraag zoals het hoort, hoef ik deze kinderachtige strafregels niet te schrijven."

Vanochtend was die eerstvolgende les en Mouad had zijn strafregels niet bij zich. Ik had me wèl aan mijn deel van de afspraak gehouden. Daarom kreeg Mouad (hij protesteerde overigens niet) er 5x extra schrijven bij. En nu was hij er blijkbaar weer bij een andere leraar uitgestuurd...
Ik besluit een gesprekje met hem te voeren en vraag aan de dienstdoende collega of Mouad even op de gang mag komen.
"Mouad, wat is er aan de hand, jongen? Gaat het wel goed met je? Eerst heb je je strafwerk niet af en nu ben je er door iemand uitgestuurd. Ik maak me zorgen over je."
Hij kijkt me aan met zijn bruine ogen en dan richt hij zijn blik snel naar beneden, hevig knipperend. Gaat hij nou huilen?
"Vertel eens, wat is er gebeurd dat je nu niet in de les bent?" dring ik aan.
En dan komt er een heel verhaal, waaruit moet blijken dat Mouad er eigenlijk part noch deel aan heeft. Het zijn allemaal omstandigheden buiten hem om, andere leerlingen die hem erin hebben geluisd, de juffrouw die het niet goed in de gaten heeft, etc. etc. etc. Hij is geëmotioneerd en heeft er natte ogen van gekregen. Af en toe biggelt er een traan over zijn wangen, die hij dan verwoed wegveegt.
"Misschien moeten we nu toch maar je ouders bellen, want die kunnen je dan helpen om je tas in te pakken, zodat je in ieder geval de juiste spullen bij je hebt."
Zijn ogen zijn heel donker als hij me aankijkt en met met een verstrakt lijf zegt: "U begrijpt het niet! Moslim-ouders zijn niet als Nederlandse ouders! Ze gaan mij niet helpen. Mijn moeder zegt dat ik het zelf moet doen en mijn vader wordt alleen maar boos."
Zodra hij is uitgebriesd steekt hij zijn handen in zijn zakken. Zijn blik gaat naar beneden. Met zijn rechtervoet trapt hij machteloos tegen de muur. Als ik mijn hand op zijn schouder leg, voel ik hoe hij zich weer wat ontspant.
"Maar je bent toch nog een kind, Mouad? Je ouders mòeten je toch helpen?"
"Mijn ouders hebben geen opleiding gehad. Die zijn nooit naar school geweest. Die weten er niks van. Als ik het niet goed doe op school en meester gaat bellen, dan krijg ik alleen maar problemen... Mijn vader...."
"Wat is er met je vader?"
Geen reactie. Mouad kijkt me niet aan en zwijgt.
"Wordt je vader heel erg boos op je?"
"Ik zei toch dat moslim-ouders anders zijn dan Nederlandse ouders?!"
"Slaat hij je als hij boos op je wordt?"
Blik naar beneden, knikkend koppie.
Ojee.
"Geeft hij je dan een tikje of slaat hij je op je hoofd ofzo? Dat het echt flink pijn doet?" Mouad knikt weer.
"Soms duwt hij me... en dan val ik op de grond en..."
Z'n stem wordt nu heel iel. Ik kan hem nog maar net verstaan.
"En dan schopt hij je?" vraag ik door.
Terwijl ik het nare tafereel in gedachten voor me zie, realiseer ik me dat ik niet ben opgeleid voor dit soort gesprekken. Ik kan niet nagaan of hij de waarheid spreekt. Maar iets zegt me dat ik het risico niet mag nemen om hem niet te geloven, om hem in de steek te laten. Dat zou namelijk oneindig veel schadelijker zijn dan wanneer ik misschien achteraf moet vaststellen dat hij me iets op de mouw staat te spelden.
Mouad knikt weer, terwijl hij nog steeds naar de grond kijkt en de tranen langzaam op zijn trui druppen.
"Ach jochie toch," zeg ik en geef hem een aai over zijn stugge haar. Heel even staan we zo zwijgend naast elkaar in de lange, hoge gang van de school.
"Gaat meester nou naar huis bellen of u?" vraagt hij dan.
"Maakt dat verschil?"
"Ja, want meester heeft het alleen over de dingen die fout gaan. En u zegt het ook als het goed gaat."
"Als meester gaat bellen, zal ik ervoor zorgen dat hij ook de goede dingen noemt. En ik zal hem in ieder geval vertellen wat wij nu besproken hebben, want het is belangrijk dat hij dat ook weet... Zullen we het zo afspreken?"
"Morgen lever ik mijn strafwerk in, juffrouw. Of misschien straks in de grote pauze. Ik denk dat ik het nog wel afkrijg."
"Heel goed, Mouad, want dan is dat tenminste opgelost."
"Vertelt u het niet aan andere kinderen?"
Ik schud mijn hoofd en steek mijn hand naar hem uit. Hij legt de zijne erin, we kijken elkaar even aan en dan hij loopt het lokaal weer binnen.
Ik ga op zoek naar zijn mentor.

Geen opmerkingen: