Vanochtend ging ik naar de KNO-arts om toch even na te gaan of er iets bijzonders aan de hand was in mijn keel. Het hoesten is wel wat minder geworden en mijn stem komt langzamerhand terug, maar al met al duurt het nu toch alweer zo'n vier weken. Mag ik les gaan geven of moet ik nog even zoveel mogelijk non-verbaal door het leven?
Na een kort onderzoek waarbij een snoertje met koplampje via mijn neus in mijn keelholte werd gestuurd (heeeeeel onaangenaam!), vertelde de dokteres me dat alles in orde was: geen poliepjes of andere ongewenste extraatjes.
"Proberen de hoest te onderdrukken met slokjes water en voorlopig zuinig met de stem omgaan zijn de meest zinnige remedies," zei ze.
Ik had niet echt verwacht dat er iets ernstigs aan de hand zou zijn, maar voelde me desondanks toch uitermate opgelucht en ook ineens een stuk beter, energieker.
Toen ik in de wachtkamer zat, kwam er een oudere man binnen met wild grijs haar en een wat morsig pak. Hij gaf wat papieren aan de receptioniste. Ze bekeek zijn documentatie en murmelde iets.
"Wat zegt u?" vroeg de man.
"Dat we u zometeen een gehoortest af gaan nemen!" antwoordde ze met stemverheffing.
Was dit een grap?
Blijkbaar niet, want niemand lachte.
Behalve ik.
Geluidloos.
dinsdag, juni 12, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten