donderdag, augustus 31, 2006

Da Banque

Op een maandagmiddag, iets meer dan drie weken geleden, gingen Dochter en ik naar Ikea om daar eens rond te neuzen. Ze zou immers vanaf 1 september op een Kamer Training Centrum (KTC) gaan wonen en moest daarvoor een uitzet aanschaffen. Maar we gingen alleen maar kijken, niks kopen.
Samen in de auto (altijd reuze gezellig, beetje praten met de radio aan) er naar toe gereden en aan de wandelroute door het woonwarenhuis begonnen. We kwamen niet ècht ver. We bleven ergens steken.
Je hebt daar van die gezellig ingerichte hoekjes met alleen maar meubels en spulletjes van Ikea. Om je op ideeën te brengen, om je aan het spenderen te krijgen. In één van die hoekjes stond een bank waar we –eigenlijk per ongeluk- op gingen zitten om even te wennen aan het idee dat we bij Ikea waren. Het duurde heel lang voor we weer op konden staan. Hij was tè fijn: breed, zacht, aan alle kanten ondersteunend. Zo anders dan het geval dat we gewend waren. Dochter viel van pure gelukzaligheid bijna in slaap en dat zegt wel iets, want ze is niet altijd even ontspannen.
Op een gegeven moment kon ik weer overeind komen om te zoeken naar het prijskaartje: 699 Euro!! Veel te veel voor mijn onderwijzersbudget.
"Kom," zei ik ferm, terwijl ik Dochter van de bank af sjorde, "het is een heerlijke bank, maar we moeten nu verder. Hier kwamen we helemaal niet voor en bovendien is hij veel te duur voor mij."
Ze snapte dat wel. Over het algemeen kan ze beter met geld omgaan dan ik. Jaren geleden had ik een behoorlijk belastingvoordeel en was daar zó verguld mee, dat ik voor iedereen cadeautjes wilde kopen. Ik vroeg haar of ze nog iets op haar verlanglijstje had staan, want "Wat moet ik anders met al dat geld?". Ze keek me aan met haar grote bruine ogen van 11 jaar en zei ernstig: "Mam, waarom ga je niet sparen?"
Zucht.
Dapper liepen we weg van onze nieuwe liefde en vervolgden de voorgeschreven route. Maar we gingen al giebelend nog zeker vijf keer terug naar "onze" bank om er nog even op te dromen over hoe het zou kunnen zijn. Ik beloofde haar en mezelf een list te verzinnen, zodat we met de Kerst riant zouden zitten op onze eigen demontabele 3-zits Ekeskog met afneembare hoezen en 10-jaarsgarantie.

Marktplaats is geweldig! Voor de helft van de prijs heb ik hem -gedemonteerd en nog geen twee jaar oud- gisteravond met Zoon en auto Leo opgehaald bij ontzettend aardige mensen. Het was nog even een hilarisch gedoe om hem weer in elkaar te zetten, maar gelukkig is Zoon reuze handig en blijft hij altijd rustig. Nu staat Da Banque te pronken in de huiskamer. Zo relaxed…
Wij zijn winterklaar.


En nu heb ik (heel modern en hip!)met mijn mobieltje een sfeervolle foto gemaakt van Da Banque en die vervolgens via mijn eigen e-mailadres naar mijn computer ge-mms't, zodat ik de foto op mijn blog kon zetten. Dacht ik. Ik ben nu al een uur bezig om te onderzoeken waarom het me niet lukt en ik word er een beetje gestoord van. Want hier, op deze plek, had die foto moeten staan. Misschien morgen nog eens proberen...

dinsdag, augustus 29, 2006

Terug

"Hè, wat ben ik blij dat ik in Amsterdam woon," verzuchtte ik tegen Zoon, toen we onze eigen straat weer indraaiden. Hij knikte stralend; was het helemaal met me eens. We zijn maar vijf dagen weggeweest en toch leek er heel wat veranderd sinds we afgelopen donderdag vertrokken naar een kleine camping op Walcheren. Dat is twee uur rijden. Je hoeft blijkbaar niet ver en lang van huis om er eens helemaal uit te zijn. Een godvrezend leven ligt bijna om de hoek.

De boer vertelde ons, dat hij pas na één jaar werd gegroet door zijn buren toen hij zich -uit Purmerend afkomstig- twintig jaar geleden op het bedrijf had gevestigd. "Als je op zondag niet twee keer in je beste pak of in lange rok mèt hoed te voet naar de kerk gaat, kennen ze je niet en hoor je er niet bij."
De winkels in Domburg zijn nu op de dag des Heeren open, omdat er aan de toeristen geld te verdienen valt. Er zijn naaktstranden. Maar op zaterdagavond zag ik een man van mijn leeftijd in zijn woonkamer op het huisorgeltje spelen om alvast de psalmen voor de volgende dag te oefenen. En op zondagmiddag, rond een uur of vijf, kwamen er in Oost Kapelle vanuit alle windstreken mannen, vrouwen en kinderen aanlopen, gekleed alsof ze naar een bruiloft gingen, zo'n dertig jaar geleden. Eigenlijk was de dresscode tussen een bruiloft en een begrafenis in. Ze gingen naar de kerk.

Fietsend over smalle weggetjes, omzoomd door jonge bomen, hebben we de wind getrotseerd die over de gigantische aardappel- en voederbietenvelden denderde. We hebben heerlijk geslapen, terwijl de regen op ons dak neerkletterde. Het knusse gekneuter rondom dat ene gaspitje werkte op onze slappe lachspieren, waardoor de pasta bij het afgieten in de braamstruiken belandde en we weer helemaal opnieuw konden beginnen. De waanzinnige hoeveelheid sterren aan de nachtelijke hemel dwong onze ademloze verwondering af. Het simpele leven dicht bij de natuur.

Walcheren is eigenlijk een eiland, voornamelijk bewoond door vissers en boeren. In het najaar van 1944 hebben de geallieeerden de dijken platgebombardeerd, zodat de zee het land kon overspoelen en zo helpen de Duitsers te verdrijven. Na een maand van hevige strijd, waarbij meer dan 27.000 doden vielen, was Walcheren bevrijd. Alleen de hogergelegen delen van het eiland (de duinen en de dorps- en stadscentra) waren drooggebleven. De rest was overdekt met een zilte drab: alle gewassen en bomen waren dood. Vele dorpen waren verwoest. De wederopbouw kon beginnen. Gelukkig bleef Walcheren gespaard tijdens de watersnoodramp in 1953.

Zou het zo zijn dat religie, het geloven in een hogere macht, een god, bijna een vanzelfsprekendheid is, als je met dergelijke omstandigheden te maken hebt (gehad)? Omdat je je klein voelt, onderworpen aan zaken waar jij geen invloed op hebt. En dat je dan houvast en bescherming en vertrouwen zoekt bij iets groots. Daar lijkt me op zich niets tegen.
Maar waarom voelt het dan zo benauwd?
Want dat was het, waarom Zoon en ik zo opgelucht terugkeerden in Amsterdam. Dat had niets te maken met het comfort van ons huis (in tegenstelling tot de primitiviteit van het kamperen), maar vooral met de vrijheid die je hier inademt. Je mag hier zijn wie je bent, omgaan met wie je wilt en leven op de manier zoals het jou past. Elke dag van de week, ook op zondag.

woensdag, augustus 23, 2006

Zomer in Zeeland

Als het goed is komt vanmiddag Leo, het autootje dat ik deel met mijn achterbuurvrouw en collega, terug uit Frankrijk. En als het goed is, vertrekken zoon van dertien en ik dan meteen aansluitend voor een korte kampeervakantie naar Zeeland. Op weg daar naar toe moeten we in Made eerst de nauwelijks gebruikte 4-persoonstent ophalen, die ik via Marktplaats op de kop heb getikt.
Vandaag zou het mooi en warm weer worden, zeiden ze gisteren op het nieuws. Met aan het einde van de dag vooral in Zeeland(!) veel kans op hevige neerslag. Ik zag meteen een beeld van zoon en mij, met die nieuwe onbekende tent in de weer, bijna onzichtbaar voor elkaar door de invallende duisternis, proberend het lawaai van de regenende pijpestelen te overschreeuwen: "Neenee, die stok moet daar helemaal niet doorheen..."
Op televisie ziet zoiets er altijd komisch uit.
Maar Veere, Middelburg en Vlissingen zijn mooie stadjes en de Deltawerken moeten nodig eens aanschouwd worden. Een dagje Antwerpen of Gent zou ook nog zomaar kunnen.
Een wandeling langs het strand bij Oostkapelle. De week vliegt vast voorbij. En als het echt ondraaglijk nat blijkt te zijn, rijden we in twee uur weer naar Amsterdam.
De duikbril gaat mee, maar de blog blijft thuis!

dinsdag, augustus 22, 2006

Gefeliciteerd!!

Vandaag wordt hij 50. Jaren geleden was hij mijn leraar bij een cursus scenario-schrijven bij ’t Colofon, later werd hij mijn mentor en een vertrouwde vriend. Tijdens genoegelijke avondjes uit (waarbij hij altijd betaalde, "want voorlopig ben ik veel rijker dan jij") gingen we meestal eerst naar een film of toneelvoorstelling, waarna we bij een maaltijd in de Smoeshaan het leven bespraken. Alles kwam aan bod: schrijven, relaties met ex-en en kinderen, nieuwe (vermeende) liefdes, waar we vandaan komen en naartoe gaan.
Van de meest schrijnende situaties maakten we anekdotes om van te smullen en probeerden ze om te smeden naar scènes. Bijvoorbeeld: rommelige weekend-vader met schattig 10-jarig dochtertje zit in Rosa’s Cantina, zaterdagmiddag om een uur of vijf. Samen zoeken ze op de menukaart iets uit om te bestellen. Vader heeft al een fijne Margarita voor zijn neus. Dochter kiest tortilla’s bij haar colaatje en vraagt aan vader wat hij wil eten. Zegt vader, enigszins moeizaam pratend omdat hij nogal snel gedronken heeft: "Ach lllieverd, doe mij maar niks… pappa drinkt vanavond alleen maar."

Hij is degene geweest die me durfde laten geloven dat ik kon schrijven, terwijl hij tegelijkertijd kritisch was als geen ander. Bijna maakten we een toneelstuk voor Toetssteen over Fortuyn en de islam, dat vast een hilarisch succes was geweest als Pim niet was doodgeschoten. Bij het maken van de synopsis en het neerzetten van de verschillende personages hadden we vette pret, maar met zulke doden valt niet te spotten, dus werd het project afgeblazen.

Het leven ging met ons aan de haal en nu is het al ruim anderhalf jaar geleden dat we elkaar spraken of schreven. Van mijn kant stonden beslommeringen op het thuisfront in de weg. Af en toe surf ik naar zijn weblog om te kijken waar hij uithangt en wat hij doet. Dan zit hij met zijn laptopje in café’s in Los Angeles, Praag of Venetië en vindt daar de rust om te schrijven. Thuis in Amsterdam is het bestaan hem (blijkbaar nog steeds) te hectisch.

Ooit wandelden we op een druilerige winteravond over de Haarlemmerdijk en wees hij me de woning waar hij was grootgebracht. Het asfalt glinsterde van de mooie verhalen over de buurt die zo veranderd was, waar het leven warm was en het kattekwaad onschuldig.
Zullen we weer eens, Dick?

maandag, augustus 21, 2006

Brownies and Friends Finale

Omdat het zo regent vanavond -ook in Rotterdam, heb ik van mijn speciale correspondente vernomen- èn omdat vanavond de laatste aflevering van Friends werd uitgezonden (zo fijn, dat Rachel en Ross dan toch eindelijk voor het echie bij elkaar komen...) hebben we Brownies gemaakt. Ik heb al vele recepten geprobeerd, maar hier komt het allerbeste. Met dank aan Feben in Groningen.

Ingrediënten:
200 gr donkere basterdsuiker
75 gr cacao
75 gr zelfrijzend bakmeel
2 eieren
2 eetlepels melk
125 gr roomboter

Verwarm de oven op 180 graden. Roer suiker, zelfrijzend bakmeel en cacao door elkaar. Breek de eieren boven een andere kom en klop ze los met de melk. Smelt de boter zachtjes.
Doe het eimengsel bij het suikermengsel. Giet de gesmolten boter erbij en roer alles door elkaar.
Bekleed een bakvorm van ongeveer 4 cm hoog met bakpapier. Verdeel het beslag over de bodem en bak de brownies ongeveer 30 minuten in de oven.
Vergeet niet de schaal uit te likken!

Natuurlijk is dit funest als je probeert af te vallen. Maar een vrouw heeft af en toe gewoon iets lekkers nodig en dan het liefst met chocoladesmaak. Trouwens, als je je boodschappen in een biologische winkel doet, is het meteen een stuk gezonder en je doet ook nog iets goeds voor de wereld...

Ouder

Ze is zestien en ze is een punkertje, compleet met weggeschoren haren aan de zijkant van haar hoofd, een Palestijnse sjaal om haar hals en een ringetje door haar oorschelp. Een paar maanden geleden was ze nog een rave-teefje (ja, zo heet het echt!!), zo'n gabbermeisje, dat naar hard-core luistert en eigenlijk heel erg mainstream gekleed is. In mijn ogen dan, maar ik heb er geen verstand van volgens haar. Vroeger was ze een emo: depressief met lange sluike haren, dikke zwarte strepen om haar ogen, slobberige zwarte kleren, sloffende schoenen.
Punk is vrolijk en soms kwaad, hard-core is monotoon en dom, emo is suïcidaal en ellendig. Zo kijk ik er tegenaan, maar misschien zit ik er wel helemaal naast. In ieder geval gaat ze tegenwoordig dansen en drinken in de Vrankrijk, dat prachtig mooi geschilderde kraakpand in de Spuistraat. Op zaterdag draaien ze er muziek uit de 80's heeft ze me verteld en is er Dansheid.
Decennia geleden kwam ik ook wel eens in de Vrankrijk om me daar vol te laten lopen met goedkoop bier in het aangename gezelschap van mijn krakersvrienden. De stad was van ons! Maar vanuit de Schinkelbuurt was de Spuistraat zonder fiets best wel ver, dus organiseerden we ons eigen kraakcafé, dat om de haverklap failliet ging omdat het personeel na sluitingstijd alle voorraden opzoop. Zelfs nadat we - door schade en schande wijs geworden- een slot op de drankkast hadden laten maken hield dat niet op. Weliswaar was er maar één persoon die de sleutel beheerde, maar die had ook altijd zo'n dorst om een uur of drie 's nachts.... En hij was een heel sociale drinker, dus gaf dan meteen een paar rondjes weg. Affijn, na een paar maanden zijn we er maar mee opgehouden en bezochten etablissementen die het beter voor elkaar hadden.
Nu vraagt ze of ik een keer met haar meega. "Er zitten wel vaker oudere mensen", zegt ze als ik bedenkelijk kijk. Au, helemaal raak.
Ik vind het zo schattig en lief dat ze daar met me naar toe wil, dat ik het waarschijnlijk wel zal doen. Uiteindelijk. Maar het lijkt me ook niet niks: zo'n duik in mijn verleden. Misschien is het wel goed om het op zaterdag te doen, zodat ik eventueel houvast kan zoeken in de muziek?

zondag, augustus 20, 2006

The day after the night before

De telefoon gaat. Het is Ingrid om even te evalueren.
"Dag Mathilde-slettebakje" zegt ze teder.
"Nou ja!" roep ik quasi-verontwaardigd, "Ik ben heel netjes alleen naar huis gegaan!". We giechelen vergenoegd vanuit de onderbuik. "Maar waarom nou? Zo te zien konden Ivar en jij het heel goed met elkaar vinden." Ik hoor dat ze een sigaret opsteekt.
"O, zeker. En ik heb nooit geweten dat Russen.. zo heerlijk kunnen kussen. Maar hij is mij iets te wanhopig op zoek naar een vrouw die hem hier houvast kan bieden. Wist je dat hij in St. Petersburg een puberdochter heeft, die hij al vijf jaar niet meer heeft gezien?"
"Heeft ie je dat verteld? Mmmmm…. en jij gelooft dat?". Ingrid klinkt een beetje sarcastisch.
"Waarom zou iemand zoiets verzinnen?"
"Om medelijden op te wekken, als het met passie niet lukt."
Ingrid heeft ontegenzeggelijk meer ervaring met mannen dan ik. Voor mij komen ze van nog veel verder dan Mars.
"Nou ja, misschien." begin ik te twijfelen. "Maar hij heeft wel twintig keer 'O Mathilde, je bent móói' gezegd met zo'n vet Russisch accent. En hij keek me steeds zo verrukt aan met zijn mooie grijsblauwe ogen. En hij vroeg of hij mijn minnaar mocht zijn. En hij lachte zo leuk. En hij streelde me bijzonder aangenaam over mijn blote armen.", zwijmel ik alweer.
Ingrid giechelt.
"Ik hoor het al. Het is ook altijd hetzelfde met jou: wèl zoenen, maar niet neuken… "
"Hij heeft me zijn telefoonnummer gegeven en een gedicht wat hij ooit heeft gemaakt over het leven en de liefde en de zee. Hij is erg romantisch. Misschien moet ik hem doorspelen aan Suzan? Heeft ze meteen een stiefdochter om te oefenen."
"Waar was die Suzan ineens gebleven? Komt ze eindelijk een keer bij me kijken en dan verdwijnt ze voordat het ècht leuk wordt."
"Ze had een eetafspraak met René."
"Hè jezus, het was toch uit met die druiloor?"
"Ieder zijn eigen proces, zullen we maar zeggen?" Diepe zucht.
"Ik heb in ieder geval barstende koppijn en ik baal van al die jonge strakke meisjes in strakke zwarte jurkjes met niks eronder. Ze moesten verboden worden."
"Die meisjes of die jurkjes, Ingrid?"
"Allebei. Ik wil alleen nog maar uitgezakte vrouwen om me heen. Ga je morgenochtend mee trainen?"
"Je weet toch dat dat niks voor mij is. Ik raak altijd zo buiten adem, dat ik geen woord meer uit kan brengen en daar heb ik een hekel aan."
"Dan doe jij gewoon rustig. Hè, ga nou mee, ik moet echt wat extra caloriëen verbranden. Ik heb weer veel te veel gegeten en gedronken gisteren."
"Hoeveel calorieën is een goeie beurt ook alweer?"
"Een goèie beurt? Geen zout in open wonden strooien, Mathilde."
"Anders spreek jij toch een keer met Ivar af! Hij prees zichzelf aan als een uitstekende minnaar en zei dat hij alles voor me wilde doen: ik zou de baas zijn. Klinkt goed, toch?!"
Het blijft heel lang stil aan de andere kant van de lijn.
"Hallo? Ben je daar nog?" vraag ik.
Dan hoor ik een gesmoorde snik en een neus die wordt opgehaald.
"Ingrid…. Wat is er nou? Huil je?"
"Jaaaaaaaa…" met een lange uithaal. De sluizen barsten open.
"Hé meissie, het was maar een grapje, hoor." probeer ik ertussen te komen.
"Weet ik, weet ik wel," stottert ze met een stem vol draderig snot. Ik ken niemand die zo vochtig huilt als Ingrid. "O Mathilde, ik ben zo verliefd en ik weet niet wat ik moet doen. Als Pieter erachter komt, flipt ie de pan uit. Maar ik kan er niks aan doen. Ik wil de hele tijd naar hem toe en hij is zo lief voor me en hij vindt me geweldig en….." hup, daar gaat ze weer met lange uithalen vol radeloos verdriet.
"Ingrid, Ingrid, wie is HIJ?" roep ik in de hoorn. Ik sta op; ik had toch nog ergens een pakje sigaretten?
"Hugo." Haar stem klinkt meteen een stuk rustiger.
"Wie is Hugo?"
"Mijn leraar intuïtief schilderen." Ik laat me op de bank terugvallen. Jezuschristus, wat krijgen we nou?
"Hij leert me contact te maken met mijn centrum" hoor ik Ingrid kwelen, "en de beelden en kleuren die daar zijn. Het is zo fantastisch!" Ze is weer helemaal uit haar depressie.
"Hoe lang is het eigenlijk al aan de gang, dat intuïtief eh…. schilderen?" vraag ik.
En ineens moet ik zo verschrikkelijk lachen. Ik heb pijn in mijn buik. Ik piep af en toe: "sorry…, sorry, hoor." Maar ik kan niet stoppen. En al helemaal niet als ik hoor hoe Ingrid begint te grinniken en het even later ook uitschatert.
Langzamerhand komen we bij. Dan spreken we af om morgenochtend koffie te drinken in een café op de Noordermarkt. Met appeltaart zónder slagroom.

zaterdag, augustus 19, 2006

Druppels

Vandaag staat de opening van een nieuwe tentoonstelling in Ingrid's galerie op het programma. Als ik om een uur of zes binnenkom, ziet het zwart van de mensen, allemaal druk babbelend over kunst en/of carrière. Nippend van hun glaasje witte wijn, hun eigen vierkante meter afbakenend met dure luchtjes, onrustig spiedend naar interessantere gesprekspartners. Gelukkig ben ik geen vrouw meer van hun wereld.
Dus ik wuif vanuit de verte naar Ingrid, die -naar haar zichtbare genoegen- wordt omringd door een aantal mannen in hun mid-life crisis en bekijk vervolgens de geëxposeerde schilderijen. Grote, levendige doeken met oneindig veel kleurige druppels. Terwijl ik een beetje sta te mediteren en me overgeef aan aangename gedachtes over leegte en de kosmos, sjort er iemand aan mijn arm: Suzan, naast Ingrid één van mijn beste vriendinnen. We omhelzen elkaar uitbundig.
"Hè Mathilde, wat ben ik blij dat jij er bent!" verzucht ze. "Er zijn hier alleen maar afschuwelijke mensen en Ingrid heeft geen tijd voor mij."
"Waarom ben je hier eigenlijk?" zeg ik verbaasd, "je komt nooit op openingen."
"Ik ben begonnen aan die artikelenreeks over kunst en lokale politiek, maar wat zijn dìt een zelfingenomen kwasten, zeg." Ze plukt nerveus aan haar meisjesachtig opgestoken haar. "Ik moet trouwens zo weg. Ik ga eten met René."
"Aaah, René. Alleen eten…?" vraag ik een beetje vals.
Vorige week nog heeft Suzan het uitgemaakt, omdat ze zich steeds het afgeschoven kindje voelde. Hij houdt wel veel van haar, heeft hij gezegd, maar heeft het te druk voor een serieuze relatie. Werk, hobbies, vrienden en kennissen zijn ook erg belangrijk voor hem. Ze moet hem meer ruimte geven.
Ja, daaaaaaag!
"Hij heeft daarna nog een feestje. Misschien ga ik wel mee." Ze klinkt niet erg opgetogen.
Er komt een heel strak meisje in een heel strak zwart jurkje op heel hoge hakken voorbij met een dienblad met glazen wijn. Ik pak er twee en houd er één voor Suzan's neus.
"Kom schat," zeg ik, opgewekt mijn glas heffend "op een mooie avond!"
"Jaja." pruilt ze en neemt een ferme slok, "Jij hebt je zaakjes goed voor elkaar. Je bent moeder van twee prachtige kinderen, die af en toe bij hun vader zijn, zodat jij lekker je gang kunt gaan. De ideale situatie."
"Nee," zeg ik, ineens pissig "de ideale situatie is een man en een vrouw en kinderen, die met elkaar samenleven en dat dat goed gaat. Laten we daar even héél duidelijk over zijn."
Geschrokken kijkt ze me aan, maar ik verzacht alweer. Weet zij veel.
"Misschien heeft René wat meer tijd nodig." zegt ze moedig.
Zwijgend kijken we om ons heen. Ik zie dat Ingrid met een aantrekkelijke artistiekeling staat te flirten. Zou dat de schilder zijn?
"Heb ik je al verteld over mijn lijstje?" vraag ik aan Suzan. Ze schudt haar hoofd.
En ik doe haar uitgebreid verslag over de laatste sessie met Iris, mijn onvolprezen therapeute. Ze had me aangeraden om drie, hooguit vier eigenschappen vast te stellen, die een kandidaat voor een serieuze relatie met mij in ieder geval moet hebben. Dat ik water in de wijn kan doen als het op mannen aankomt…dat weten we nou wel. Maar hoe is de man, die ik me werkelijk wens?
"Die bestaat tòch niet!" had ik uitgeroepen.
"Hoe kun je dat zo zeker weten, als je niet eerst hebt bepaald wat jij wil, wat jij nodig hebt. Zie het maar als een verlanglijstje.", had Iris me professioneel de mond gesnoerd. Ze heeft altijd gelijk en daarvoor betaal ik haar ook.
"Heb je dat lijstje al gemaakt?" vraagt Suzan. Ik grinnik.
"Voordat ik bij het Oosterpark was, had ik het al af." Iris woont daar hooguit vijf minuten fietsen vandaan.
"Misschien moet ik ook maar eens zo'n lijstje maken…". Suzan droomt een eindje weg. Ik neem de omgeving nog eens in ogenschouw: zou hier een sensuele, zorgzame, inspirerende, temperamentvolle levensgenieter tussen zitten? Ik zie voornamelijk eindeloze variaties op zelfgenoegzame voorspelbaarheid, gekleed in zwart of donkerbruin design. De rest is veel te jong voor mij.
"Shit, ik moet er vandoor, Mathilde. René haat het dat ik altijd te laat ben."
"Jouw ideale man heeft dus geen horloge!"
"Hij moet in ieder geval romantisch zijn, dat weet ik zeker. Romantisch met een kinderwens… of is dat hetzelfde?" vraagt ze domme blondjes-achtig met een wijsvinger op haar kin.
"Nee, niet vals spelen. Dat zijn twee afzonderlijke punten en je mag er maximaal vier." Een beetje lacherig en teut nemen we afscheid.
Dan is het tijd om te gaan eten. Ingrid en ik gaan met de kunstenaar -de aantrekkelijke artistiekeling- en aanhang naar een restaurant om uitbundig te vieren dat ruim de helft van de schilderijen is verkocht. Hij heet Ivar en houdt bij het kennismaken net iets te lang mijn hand vast. Hoe oud zou hij zijn?

vrijdag, augustus 18, 2006

Weglopertje


Vanaf de overkant roept een meisje naar ons: "Weten jullie waar ik de trein naar Alkmaar kan nemen?" Ondanks de korte zin, kan ik horen dat ze niet uit deze contreien komt èn dat ze behoorlijk zenuwachtig is. Of maak ik dat op uit haar onrustige voeten, het schichtige heen-en-weer zwiepen van haar roodblonde haren? In ieder geval flitst er onmiddellijk een woord door mijn hoofd: weglopertje.

Ik zit samen met mijn dochter Jos op station Zetten-Andelst te wachten op de stoptrein die ons naar Arnhem zal brengen en vandaar naar huis in Amsterdam. Zetten is een dorpje in het Land van Maas en Waal.
"In Zetten is alles klein", heeft Jos me verteld, "behalve de C-1000." Ze bedoelde dat zowel letterlijk als figuurlijk. In de ruim dertien maanden dat ze er noodgedwongen heeft moeten verblijven en ik haar daar wekelijks bezocht, heb ik niets kunnen ontdekken dat met haar observatie in tegenspraak is.
Twee weken geleden heeft ze het besloten internaat mogen verlaten, maar we zijn vandaag naar Zetten teruggekomen, omdat ze een herexamen moest afleggen. Dat is best goed gegaan. We zijn blij en opgelucht, dat ze nu mee naar huis gaat en niet meer op de overvolle, chaotische en stressvolle groep hoeft te verblijven. Godzijdank is dat voorgoed verleden tijd.

Jos roept terug: "Vanaf jouw perron gaat de trein naar Tiel, dan moet je vandaar naar Utrecht en dan verder via Amsterdam. Maar je kunt ook eerst naar Arnhem: maakt niet zoveel uit."
"Welke vertrekt het eerst?"
"Die naar Arnhem, over tien minuten vanaf dit perron."
Het meisje maakt aanstalten om paniekerig naar beneden op de rails te springen en zo over te steken. Snel wijzen we haar een meer veilige manier om op spoor 2 te komen: gewoon even een stukje omlopen. Haastig doet ze dat en komt bij ons staan. Ze wil weten hoe lang de treinreis naar Alkmaar ongeveer zal duren. Ze vertelt dat ze naar haar moeder gaat.
"Dus je woont niet in Zetten?" vraag ik.
"Ik zit op de Stichting."
Het meisje slist ontzettend en dat geeft alles wat ze zegt bijna een komisch effect. Bijna, want ik weet wat ze met de Stichting bedoelt: hetzelfde internaat als waar Jos op heeft gezeten. Ik knik, wetend dat mijn gevoel me niet bedrogen heeft. Jos snapt het blijkbaar ook.
"Aha, dus je gaat weglopen." stelt ze vast.
Het meisje knikt, kijkt afwachtend en een beetje bang hoe we zullen reageren. Ik zeg niets, Jos wel.
"Tja, je moet het natuurlijk helemaal zelf weten, maar ik kan het je niet aanraden. Je krijgt er alleen maar problemen mee. Heb je eigenlijk wel geld bij je?"
"30 cent ofzo."
Jos haalt gelaten haar schouders op en steekt zuchtend van wal: "Hoe wil je dat doen, meisje? Zwartrijden? Als ze je pakken –en ze controleren veel- halen ze de politie erbij en moet je eerst een nacht in de cel zitten voor je weer teruggebracht wordt en dan krijg je een hoop gelazer. Ze kunnen met je doen wat ze willen. Je kamer strippen, verloven en andere vrijheden intrekken, allemaal gezeik. Je kunt beter het spelletje meespelen en je aan de regels houden. Dat heb ik ook gedaan. Dan ben je er zo snel mogelijk vanaf. Door weg te lopen duurt het alleen maar extra lang. Ik weet het wel meisje, het is kut. En ik kan je niet tegenhouden, maar denk er eerst eens goed over na, voordat je zonder geld op de trein stapt. Hoe lang ben je al op de Stichting?"
"Sinds begin augustus." slist het meisje. En ze vertelt dat ze eerst ergens in Castricum in een open instelling heeft gezeten, maar daar altijd wegliep. Daarna heeft ze zeven maanden in de Doggershoek gezeten, de jeugdgevangenis in Den Helder. Jos en ik kijken elkaar aan: het verhaal klinkt bekend.
"Hoe oud ben je?" vraag ik. Ik schrik als ik het antwoord hoor: 13! Ze ziet er oud uit voor haar leeftijd.
"Zorg er in ieder geval voor dat je niet met de verkeerde mensen meegaat. Wees voorzichtig met jezelf en kijk goed uit wat je doet. En zorg dat je weer op tijd teruggaat, want na twee weken ben je je plek hier kwijt, dan kan je weer van voren af aan beginnen en zit je weer helemaal opgesloten." hoor ik mijn dochter moederlijk zeggen.
Het ontroert me, omdat ze bijna letterlijk herhaalt wat ik een paar maanden geleden tegen haar zei, toen zij was weggelopen…

De trein komt eraan. Het meisje stapt in, maar gaat –tot mijn opluchting- in een andere coupé zitten.
"Ik zou best een kaartje voor haar willen kopen, zodat ze in ieder geval veilig in Alkmaar aankomt." zeg ik tegen Jos.
"Ben je gek, dat kind is gewoon stom bezig. Laat ze het lekker zelf uitzoeken. Die moet nog een hoop leren."
Ze heeft gelijk. Zij kan het weten.
Ik weet dat ze gelijk heeft. En toch….

donderdag, augustus 17, 2006

De eerste keer

Mijn eerste keer was op 17 augustus 2006: bloggen in space.
Ik heb er zin in, loop al maanden rond met plannen om dit te doen. En nu -met de zomervakantie al meer dan de helft verstreken- is het gevoel "it's now or neverever" onverdraaglijk sterk geworden.
Dochter Jos bood aan om me te helpen, maar die heeft het al zo druk met haar eigen site.... dus ging ik zelf maar op zoek naar een blogspot.
Hier ga ik elke dag (is het voornemen) iets opschrijven over wat me op dat moment bezighoudt en waarvan ik het de moeite waard vind om het te delen met een anoniem publiek. Zelf blijf ik ook anoniem, vanwege de vrijheid die dat geeft.
Het blijft vast knoeien in het begin, maar ik wil er uiteindelijk één van de mooiste en leukste en interessantste blogs van Nederland van maken. Ambities? Verder niet, hoor.
Maar ik wil er foto's op en filmpjes en muziekjes. En veel reacties lijkt me ook niet gek.
Beam me up, Scotty!