zondag, augustus 20, 2006

The day after the night before

De telefoon gaat. Het is Ingrid om even te evalueren.
"Dag Mathilde-slettebakje" zegt ze teder.
"Nou ja!" roep ik quasi-verontwaardigd, "Ik ben heel netjes alleen naar huis gegaan!". We giechelen vergenoegd vanuit de onderbuik. "Maar waarom nou? Zo te zien konden Ivar en jij het heel goed met elkaar vinden." Ik hoor dat ze een sigaret opsteekt.
"O, zeker. En ik heb nooit geweten dat Russen.. zo heerlijk kunnen kussen. Maar hij is mij iets te wanhopig op zoek naar een vrouw die hem hier houvast kan bieden. Wist je dat hij in St. Petersburg een puberdochter heeft, die hij al vijf jaar niet meer heeft gezien?"
"Heeft ie je dat verteld? Mmmmm…. en jij gelooft dat?". Ingrid klinkt een beetje sarcastisch.
"Waarom zou iemand zoiets verzinnen?"
"Om medelijden op te wekken, als het met passie niet lukt."
Ingrid heeft ontegenzeggelijk meer ervaring met mannen dan ik. Voor mij komen ze van nog veel verder dan Mars.
"Nou ja, misschien." begin ik te twijfelen. "Maar hij heeft wel twintig keer 'O Mathilde, je bent móói' gezegd met zo'n vet Russisch accent. En hij keek me steeds zo verrukt aan met zijn mooie grijsblauwe ogen. En hij vroeg of hij mijn minnaar mocht zijn. En hij lachte zo leuk. En hij streelde me bijzonder aangenaam over mijn blote armen.", zwijmel ik alweer.
Ingrid giechelt.
"Ik hoor het al. Het is ook altijd hetzelfde met jou: wèl zoenen, maar niet neuken… "
"Hij heeft me zijn telefoonnummer gegeven en een gedicht wat hij ooit heeft gemaakt over het leven en de liefde en de zee. Hij is erg romantisch. Misschien moet ik hem doorspelen aan Suzan? Heeft ze meteen een stiefdochter om te oefenen."
"Waar was die Suzan ineens gebleven? Komt ze eindelijk een keer bij me kijken en dan verdwijnt ze voordat het ècht leuk wordt."
"Ze had een eetafspraak met René."
"Hè jezus, het was toch uit met die druiloor?"
"Ieder zijn eigen proces, zullen we maar zeggen?" Diepe zucht.
"Ik heb in ieder geval barstende koppijn en ik baal van al die jonge strakke meisjes in strakke zwarte jurkjes met niks eronder. Ze moesten verboden worden."
"Die meisjes of die jurkjes, Ingrid?"
"Allebei. Ik wil alleen nog maar uitgezakte vrouwen om me heen. Ga je morgenochtend mee trainen?"
"Je weet toch dat dat niks voor mij is. Ik raak altijd zo buiten adem, dat ik geen woord meer uit kan brengen en daar heb ik een hekel aan."
"Dan doe jij gewoon rustig. Hè, ga nou mee, ik moet echt wat extra caloriëen verbranden. Ik heb weer veel te veel gegeten en gedronken gisteren."
"Hoeveel calorieën is een goeie beurt ook alweer?"
"Een goèie beurt? Geen zout in open wonden strooien, Mathilde."
"Anders spreek jij toch een keer met Ivar af! Hij prees zichzelf aan als een uitstekende minnaar en zei dat hij alles voor me wilde doen: ik zou de baas zijn. Klinkt goed, toch?!"
Het blijft heel lang stil aan de andere kant van de lijn.
"Hallo? Ben je daar nog?" vraag ik.
Dan hoor ik een gesmoorde snik en een neus die wordt opgehaald.
"Ingrid…. Wat is er nou? Huil je?"
"Jaaaaaaaa…" met een lange uithaal. De sluizen barsten open.
"Hé meissie, het was maar een grapje, hoor." probeer ik ertussen te komen.
"Weet ik, weet ik wel," stottert ze met een stem vol draderig snot. Ik ken niemand die zo vochtig huilt als Ingrid. "O Mathilde, ik ben zo verliefd en ik weet niet wat ik moet doen. Als Pieter erachter komt, flipt ie de pan uit. Maar ik kan er niks aan doen. Ik wil de hele tijd naar hem toe en hij is zo lief voor me en hij vindt me geweldig en….." hup, daar gaat ze weer met lange uithalen vol radeloos verdriet.
"Ingrid, Ingrid, wie is HIJ?" roep ik in de hoorn. Ik sta op; ik had toch nog ergens een pakje sigaretten?
"Hugo." Haar stem klinkt meteen een stuk rustiger.
"Wie is Hugo?"
"Mijn leraar intuïtief schilderen." Ik laat me op de bank terugvallen. Jezuschristus, wat krijgen we nou?
"Hij leert me contact te maken met mijn centrum" hoor ik Ingrid kwelen, "en de beelden en kleuren die daar zijn. Het is zo fantastisch!" Ze is weer helemaal uit haar depressie.
"Hoe lang is het eigenlijk al aan de gang, dat intuïtief eh…. schilderen?" vraag ik.
En ineens moet ik zo verschrikkelijk lachen. Ik heb pijn in mijn buik. Ik piep af en toe: "sorry…, sorry, hoor." Maar ik kan niet stoppen. En al helemaal niet als ik hoor hoe Ingrid begint te grinniken en het even later ook uitschatert.
Langzamerhand komen we bij. Dan spreken we af om morgenochtend koffie te drinken in een café op de Noordermarkt. Met appeltaart zónder slagroom.

Geen opmerkingen: