donderdag, september 14, 2006

Op kamers

Gisteren is ze echt uit huis gegaan, mijn grote dochter van bijna 17, die voor mij ook altijd mijn kleine meisje zal blijven. Ze woont nu (begeleid) in een kamer met een mooi balkon. Daar zaten we gisteravond te roken en te kletsen, nadat we het met behulp van kaarsjes, kerstlampjes en klimopplanten zo gezellig mogelijk hadden gemaakt. Ze moet zich de ruimte nog eigen maken. Het moet haar plek gaan worden, ook al is het misschien maar voor een korte periode. We hebben zoveel meegemaakt de afgelopen twee jaar en dit is weer een grote stap in de goede richting.
Ze zal boos zijn over de regels waar ze zich aan moet houden, ze zal zich ergeren aan haar mentor en medebewoners, ze zal worstelen met vragen van de nieuwe mensen die ze gaat leren kennen. Vragen over de woelige tijd die achter haar ligt en die zichtbare sporen op haar heeft achtergelaten. Het zal niet gemakkelijk zijn voor haar, maar ze is door alle ervaringen ook wijzer geworden. Bovendien denk ik dat ze nu beseft dat ik er altijd voor haar zal zijn. Ook al gaat ze misschien weer een keer over haar eigen grenzen heen.
En tijdje geleden zaten we in de auto en vertelde ze me dat ze niet geloofde in ontoerekeningsvatbaarheid. Dat was eigenlijk een grote smoes van mensen die geen verantwoordelijkheid wilden nemen voor hun daden.
"Uiteindelijk heb je altijd de keuze om iets wèl of niet te doen," zei ze heel beslist.
Van opzij keek ik haar een beetje ongelovig glimlachend aan. Wat een vastberaden overtuiging ineens.
"Maar ik weet dat je er soms als het ware uit kunt vliegen en dan een tijdje later 'wakker' wordt en beseft wat je gedaan hebt. Dat overkomt anderen ook. Dus oordeel niet al te hard over anderen en vooral niet over jezelf als het een keer mislukt."
"Nee", zei ze zacht "en bovendien heb ik dan een moeder die zegt dat het niet erg is, omdat alles met vallen en opstaan gaat."
Ik viel stil en met kippenvel over mijn hele lijf concentreerde ik me op de flauwe bocht in de ring van Utrecht.

Geen opmerkingen: