zaterdag, september 16, 2006

Gisteravond was het bal.

Komt een vrouw midden in de nacht thuis, loopt een beetje tipsy en vrolijk neuriënd naar de keuken. Trekt de koelkast open. Pakt er een geopende fles witte wijn uit en schenkt zichzelf een glas in. Zet de fles terug waar hij vandaan kwam. Draait zich om naar het aanrecht en terwijl ze haar met heerlijk koele, witte wijn gevulde glas pakt, zegt ze opgewekt: "Hè lekker, ik heb nou al zin in morgenmiddag 5 uur: borreltijd!" Dan realiseert ze zich wat ze zegt en grijnst breeduit.

Gisteravond was het weer bal: damesavond met Hester, Ingrid en Suzan. Dit keer bij Ingrid, want Pieter moest optreden in Groningen. Suzan had maar weer eens haar voorgerecht van geprakte avocado met zalm gemaakt, Hester het hoofdgerecht (een vage ovenschotel met heel veel groenten en kaas), ik een Griekse salade erbij en Ingrid het toetje: iets met lange vingers, chocoladeschaafsel, slagroom en heel veel Drambuie.
Hester bleef flink achter in de alcoholconsumptie. Naar aanleiding van onze opmerkingen daarover mompelde ze steeds iets anders: "niet zo'n zin vanavond", "voel me een beetje opgeblazen en misselijk", "we drinken altijd zoveel als we bij elkaar zijn".
Wat dat laatste betreft had ze natuurlijk volkomen gelijk, maar hoezo was dat ineens een probleem? Het is toch juist heerlijk om samen langzaam maar zeker op te stijgen en een beetje te onthechten van het aardse bestaan met bijbehorende beslommeringen? En zo in sferen te geraken waarin we elkaar de meest intieme verhalen over onszelf en onze relaties vertellen? Zodat we van de anderen te horen krijgen hoe fantastisch we bepaalde zaken hebben aangepakt. Zodat we ineens onbedaarlijk lachen over de meest schrijnende situaties. Zodat we soms plotseling in huilen uitbarsten over iets heel kleins en vervolgens getroost worden, zoals het een ouderwetse vrouwenpraatgroep betaamt. Zonder drank lukt ons dat nou eenmaal niet.
Hester deed daar gisteravond duidelijk niet aan mee. Toen Suzan, Ingrid en ik de slappe lach kregen, glimlachte zij ingetogen. Toen Ingrid begon te huilen (dat doet ze bijna altijd tussen het hoofdgerecht en het toetje), haalde Hester een beetje harkerig haar papieren zakdoekjes te voorschijn.
En toen was ik het zat.
"Wat is er met jou? Wat zit je daar nou met je heiligheid achter je glaasje bronwater? Er is iets en ik wil nu weten wàt het is" lalde ik.
"Mathilde, doe een beetje rustig, joh." zei Suzan, maar ik duwde kwaad haar kalmerende hand weg en bleef Hester dwingend aankijken.
Ondertussen had Ingrid haar neus gesnoten en routineus haar uitgelopen mascara weggeveegd. "Het is wèl zo, dat je weer behoorlijk afstandelijk doet vanavond, Hester." zei ze met een stem die nog een beetje trilde.
Waarop Hester een slokje water nam en afgemeten sprak: "OK, als jullie het zo nodig moeten weten: ik ben zwanger." Even was het doodstil. Vervolgens begonnen we allemaal door elkaar te gillen.
Suzan: "Maar dat is toch geweldig? Je krijgt nog een kindje! Wanneer ben je uitgerekend?" Ze vloog uit haar stoel, pakte Hester vast en zoende haar onophoudelijk op de wangen.
Ingrid: "Gebruiken jullie dan geen voorbehoedsmiddelen? Wat vindt Mark er eigenlijk van? Die is vast niet ècht blij." Ze stiftte haar lippen bij, terwijl ze lodderig in een veel te klein spiegeltje keek.
Ik: "Waarom heb je dat niet meteen verteld? Dat hoef je toch niet in je eentje op te lossen?" Ik schonk iedereen nog maar eens in.
Hester schudde alleen maar haar hoofd en probeerde Suzan af te weren.
En Hester werd kwaad: "Dit is nou precies waarom ik het er vanavond niet over wilde hebben. Ik kan hier niet tegen: dat hysterisch-romantische, dat zwartgallige, dat super-praktische. Zo simpel ligt het allemaal niet. Ik zit voor het eindexamen van mijn opleiding. Ik wil volgend jaar een astrologiepraktijk beginnen. De kinderen zijn nu eindelijk zo groot dat ik een beetje mijn gang kan gaan en ik me niet meer gek hoef te rennen tussen mijn werk en school en huis en mijn studie. Mark heeft het ongelofelijk druk met zijn bedrijf. Het gaat allemaal nèt. En wat gebeurt er? Ik word ZWANGER! Toe maar. Denk je dat je alles hebt gehad… Maar ik kan het ook niet weg laten halen. Dat wil ik niet. Echt niet." Met heftige gebaren scheurde ze papieren servetjes aan flarden. En wij zwegen.
Het was de hoogste tijd om te landen, maar waar?
"Zullen we anders eerst koffie drinken en dan het toetje doen?" vroeg Ingrid zacht. "Of wil jij liever thee, Hes?" De aanstaande moeder knikte dankbaar.
"Ik heb ook zo'n ontzettende zin in chocola." zuchtte ze en we grinnikten met zijn allen.
De rest van de avond praatten we over Hesters baby en hoe dat nou verder moet. Het wordt waarschijnlijk een Ram, maar een Stiertje is natuurlijk ook prachtig. Suzan bood zich alvast aan als oppas, zodat ze kan oefenen voor later. Of als pleegmoeder, voor het geval het er misschien voor haarzelf toch niet van komt om kinderen te krijgen. Ingrid vertelde over haar abortus en hoe afschuwelijk treurig het is om in een betegelde ruimte op je rug te liggen met gespreide benen en een stofzuiger op je kut. En ik dacht aan mijn miskraam en dat ik vlak daarna bij L. ben weggegaan. Samen met onze zoon en dochter. En ik dronk echt veel te veel.

Geen opmerkingen: